Op 15 augustus 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [naam01] en [naam02]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam01] verlengd tot 10 augustus 2024 en [naam02] voorlopig onder toezicht gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden tot 5 november 2023. Tevens is er een machtiging verleend tot uithuisplaatsing van beide kinderen in een voorziening voor pleegzorg, met ingang van 17 augustus 2023 tot 5 november 2023.
De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, haar advocaat, en vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling aanwezig waren. De kinderrechter oordeelde dat er sprake was van een acute en ernstige bedreiging voor de ontwikkeling van de kinderen, mede door het middelengebruik van de moeder en haar onvermogen om de gemaakte afspraken na te komen. De moeder had eerder al meerdere waarschuwingen gekregen, maar was niet in staat gebleken om de veiligheid van de kinderen te waarborgen.
De kinderrechter benadrukte dat de moeder openheid van zaken moet geven en moet meewerken aan de hulpverlening en de drugscontroles. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De kinderrechter heeft de noodzaak van de maatregelen onderbouwd met de zorgen over de opvoedomgeving en de veiligheid van de kinderen.