Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam02],
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, hierna te noemen de GI.
1.Het verdere verloop van de procedure
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam04]
- de zus van de moeder, [naam05] , als toehoorder.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 augustus 2023 een beschikking gegeven over de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de voorlopige ondertoezichtstelling van [naam01] voor de duur van drie maanden, evenals een machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling en veiligheid van [naam01] in de opvoedomgeving bij de moeder, die belast is met het ouderlijk gezag. De moeder heeft [naam01] tijdelijk uit een netwerkpleeggezin gehaald, wat heeft geleid tot een onveilige situatie. De kinderrechter heeft op basis van de feiten en de mondelinge behandeling geoordeeld dat een voorlopige ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de acute bedreiging voor [naam01] weg te nemen. De kinderrechter heeft de voorlopige ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing toegewezen, met ingang van 9 augustus 2023 tot 27 oktober 2023. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.