ECLI:NL:RBDHA:2023:13902

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 juli 2023
Publicatiedatum
15 september 2023
Zaaknummer
C/09/651298 / JE RK 23-1539
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J. Vink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging

In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan over de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [naam01], geboren in 2007. Het verzoek tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing werd ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, na een spoedmachtiging die op 27 juli 2023 was verleend. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam01] zich in risicovolle situaties bevond en dat de moeder geen grip meer had op haar gedrag. De Raad heeft aangegeven dat eerdere hulpverlening niet het gewenste effect heeft gehad en dat er een onafhankelijke derde partij nodig is om de veiligheid van [naam01] te waarborgen.

Tijdens de zitting op 7 augustus 2023 is [naam01] gehoord, bijgestaan door haar advocaat, mr. M.P. Friperson. De kinderrechter heeft kennisgenomen van de instemmingsverklaring van de moeder en de verklaringen van de betrokken partijen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van [naam01] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is om [naam01] voorlopig onder toezicht te stellen en haar op te nemen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, om te voorkomen dat zij zich aan de benodigde hulp onttrekt.

De beslissing houdt in dat [naam01] van 9 augustus 2023 tot 27 oktober 2023 onder toezicht wordt gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden en dat zij gedurende dezelfde periode in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp moet verblijven. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is op 23 augustus 2023 vastgesteld. Er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Kinderrechter
Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/651298 / JE RK 23-1539
Datum uitspraak: 7 augustus 2023

Beschikking van de kinderrechter

Voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging

in de zaak naar aanleiding van het op 27 juli 2023 ingekomen verzoekschrift van:
de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden (hierna te noemen: de Raad), (hierna te noemen: de gecertificeerde instelling),
betreffende:
- [naam01], geboren op [geboortedatum01] 2007 te [geboorteplaats01]
hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. M.P. Friperson te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam02] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] ,

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

Het procesverloop

Bij beschikking d.d. 27 juli 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank [naam01] voorlopig onder toezicht gesteld van 27 juli 2023 tot 9 augustus 2023 en voor dezelfde duur een spoedmachtiging verleend om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven, en de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden tot deze zitting.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder thans ook:
- voornoemde beschikking d.d. 27 juli 2023;
- de instemmingsverklaring d.d. 2 augustus 2023 van een gedragswetenschapper als bedoeld
in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren
heeft onderzocht.
Op 7 augustus 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij zijn verschenen:
- [naam01] , bijgestaan door haar advocaat en een collega van de advocaat;
- de moeder;
- [naam03] namens de Raad;
- [naam04] namens de gecertificeerde instelling.
[naam01] is tevens in het bijzijn van haar advocaat in raadkamer gehoord.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van [naam01] , met toepassing van artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek en tot machtiging [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van drie maanden.
De Raad heeft het verzoek als volgt toegelicht. [naam01] begeeft zich al gedurende langere tijd in zeer risicovolle situaties waarbij zij zich onttrekt aan het gezag. In de thuissituatie had de moeder geen grip of zicht meer op [naam01] . Op de open groep liet [naam01] zelfbepalend gedrag zien en is zij weggelopen waarbij een zeer risicovolle situatie is ontstaan. [naam01] bagatelliseert de zorgen en ziet niet in welke gevolgen haar keuzes hebben voor haar veiligheid. De inzet van intensieve hulpverlening heeft in het vrijwillig kader niet geleid tot de gewenste resultaten. Het is van belang dat er een onafhankelijke derde partij komt die de beslissingen neemt die moeilijk zijn voor de moeder, maar in het belang van [naam01] . De verzochte maatregelen zijn daarom nodig.
De gecertificeerde instelling onderschrijft het verzoek van de Raad. [naam01] is een kwetsbaar meisje dat veel heeft meegemaakt. Zij lijkt zich niet goed te realiseren wat voor impact de situaties waarin zij zich heeft bevonden hebben gehad. Het is van belang dat [naam01] beschermd wordt tegen mensen die niet het beste met haar voorhebben. De hulpverlening is onvoldoende van de grond gekomen en haar veiligheid kan niet langer worden gewaarborgd binnen de open setting. Het is van belang dat het patroon wordt doorbroken en dat zij leert hoe zij verstandige en gezonde keuzes kan maken. Een periode van vier tot zes weken zoals verzocht door de advocaat van [naam01] is daarvoor te kort. Op dit moment is er geen plek dichterbij beschikbaar en is [plaats A] de beste optie.
Door en namens [naam01] is verweer gevoerd tegen de machtiging tot uithuisplaatsing. [naam01] heeft aangegeven dat niet alle informatie die in de stukken staat klopt. De individuele therapie binnen Horizon was nog niet opgestart terwijl [naam01] daar wel voor gemotiveerd is. [naam01] nam al wekelijks deel aan de groepstherapiesessies. [naam01] voelt zich erg alleen in [plaats A] en zou liever binnen de regio worden geplaatst. De advocaat verzoekt om de machtiging in duur te bekorten, maximaal tot vier of zes weken. In die periode moet zo snel mogelijk een hulpverleningsplan worden opgesteld met concrete doelen en moet gekeken worden of een voorwaardelijke machtiging tot de mogelijkheden behoort.
De moeder heeft ingestemd met het verzochte. De moeder maakt zich zorgen om de contacten van [naam01] en dat zij zelf niet inziet dat zij niet goed voor haar zijn. De moeder denkt niet dat een kortere periode verstandig is. Het is van belang dat [naam01] een reset krijgt in het gesloten kader en dat de hulpverlening effect gaat hebben.

Beoordeling

Op grond van de informatie, zoals gebleken uit het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlagen en uit de verklaringen van de gehoorde personen, komt de kinderrechter tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is dat [naam01] , hangend een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht wordt gesteld.
De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam01] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [naam01] zich aan de jeugdhulp die zij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat [naam01] de afgelopen periode in toenemende mate zelfbepalend en risicovol gedrag heeft laten zien. [naam01] onttrekt zich aan het gezag en de moeder heeft geen grip meer op haar. [naam01] maakt onveilige keuzes en ziet de ernst van de gevolgen daarvan niet in en bagatelliseert de zorgen. Recent is [naam01] weggelopen waarbij zij in een zeer risicovolle situatie terecht is gekomen. In het vrijwillig kader zijn verschillende vormen van intensieve hulpverlening ingezet, maar die hebben geen blijvende positieve verandering bewerkstelligd. De veiligheid van [naam01] kan hierdoor niet langer voldoende worden gewaarborgd binnen de open setting. Het gesloten kader is nodig om [naam01] los te laten komen van haar negatieve en onveilige netwerk en de benodigde hulpverlening in te kunnen zetten en te laten beklijven. De komende periode zal verder gekeken moeten worden aan welke doelen er gewerkt moeten worden en wat daarvoor nodig is. Een jeugdbeschermer kan daarin de regie pakken en beslissingen nemen in het belang van [naam01] . Gelet op de ernst van de zorgen en de problematiek is de verzochte duur daarvoor passend. De kinderrechter zal de maatregelen daarom toewijzen zoals verzocht.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam01] van 9 augustus 2023 tot 27 oktober 2023 voorlopig onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden;
en
verleent een machtiging [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet van 9 augustus 2023 tot 27 oktober 2023.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2023 door mr. M.J. Vink, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 augustus 2023.
Voor zover deze uitspraak betrekking heeft op de machtiging tot uithuisplaatsing, kan hoger beroep worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.