Uitspraak
Voornaamswijziging
Beschikking op het op 11 april 2023 ingekomen verzoekschrift van:
[naam01] ,
[naam02] ,
Procedure
mr. V.S. Nolet), alsmede de vader.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot voornaamswijziging van twee minderjarigen. Het verzoekschrift was ingediend door de moeder, die in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarigen optrad. De minderjarigen zijn geboren in 2016 en 2019 en hebben de Nederlandse nationaliteit. De vader van de kinderen, die ook de Nederlandse nationaliteit heeft, is erkend als vader, maar de moeder oefent alleen het gezag uit. De moeder verzocht om de tweede voornaam van de minderjarigen, die de naam van de vader droeg, te schrappen. Ze voerde aan dat de relatie met de vader gebrouilleerd is en dat hij geen bijdrage levert aan de opvoeding van de kinderen. Daarnaast gaf ze aan dat de naam haar doet herinneren aan een moeilijke periode en dat ze vreesde dat de kinderen, door deze naam te dragen, naar de hel zouden gaan, omdat het volgens haar een van de namen van Allah is.
De vader was het niet eens met het verzoek en benadrukte dat de naam het enige is dat de kinderen van hem hebben. Hij stelde dat de moeder de kinderen van hem weg houdt en dat het schrappen van de naam hen zou uitsluiten van zijn leven. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gehoord en heeft vastgesteld dat er onvoldoende zwaarwichtig belang is voor de wijziging van de voornamen. De rechtbank oordeelde dat de naam van de vader een belangrijke link is voor de minderjarigen en dat het belang van de minderjarigen om de naam van hun vader te dragen zwaarder weegt dan de bezwaren van de moeder. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot voornaamswijziging afgewezen.