ECLI:NL:RBDHA:2023:13848

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
15 september 2023
Zaaknummer
NL23.16413
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van verantwoordelijkheid Roemenië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 2 juni 2023, hield in dat de asielaanvraag van de verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Roemenië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen. De afwijzing is gebaseerd op de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.16412), waarin de rechtbank al een beslissing had genomen op het beroep van de verzoeker. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat het verzoek om een voorlopige voorziening om die reden werd afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. J. de Winter als griffier. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.16413

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker,

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. A. Habib-Portier),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 2 juni 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.16412, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.