ECLI:NL:RBDHA:2023:13801
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid bestuursrechter en mogelijkheid tot beroep bij burgerlijke rechter
Op 6 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en het college van bestuur van de Stichting Unicoz Onderwijsgroep. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een brief waarin werd meegedeeld dat de mediation tussen partijen was beëindigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, de Stichting Unicoz, geen bestuursorgaan is in de zin van artikel 1:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor is de bestreden brief geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb, en staat er geen beroep open bij de bestuursrechter. Eiseres werd geadviseerd om haar zaak bij de burgerlijke rechter in te dienen.
De rechtbank heeft ambtshalve de bevoegdheid van de bestuursrechter onderzocht en geconcludeerd dat er geen rechtsgrond is voor het behandelen van het beroep. Eiseres had eerder bevestigd dat zij de zaak bij de verkeerde afdeling had ingediend. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep en gaf aan dat de eiseres zich voor verdere informatie kan wenden tot het Juridisch Loket of een andere vorm van rechtshulp. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen griffierecht verschuldigd was. Eiseres kan binnen zes weken verzet aantekenen tegen deze uitspraak.