Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
[adres 1] .
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
ander, in een woning, te weten [adres 2] , een tasje, een portemonnee en twee bankpassen die aan de vriendin van [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het
ander, meerdere geldbedragen die aan de vriendin van [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door met een bankpas tot het gebruik waartoe zij, verdachten, niet gerechtigd waren, geldbedragen te pinnen, ten gevolge waarvan genoemde geldbedragen van de rekening van voornoemde vriendin van [slachtoffer 1] , althans die ander, werden afgeschreven;
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
196 (honderdzesennegentig) dagen;
180 (honderdtachtig) dagen, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
[naam] , [geboortedatum], zolang het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht;
taakstrafvoor de tijd van
240 (tweehonderdveertig) uren;
120 (honderdtwintig) dagen;