ECLI:NL:RBDHA:2023:13693

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 augustus 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
C/09/651970 / JE RK 23-1626
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nieuwe machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

Op 29 augustus 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam01]. Het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp is ingediend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk, naar aanleiding van ernstige gedragsproblemen van [naam01], die lijdt aan ADHD en LVB. De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, waaronder instemmingsverklaringen van betrokkenen en een gedragswetenschapper. Tijdens de zitting op 29 augustus 2023 is [naam01] gehoord in het bijzijn van zijn advocaat, terwijl de moeder niet is verschenen.

De feiten tonen aan dat [naam01] sinds maart 2023 in een gesloten accommodatie verblijft, maar dat zijn gedrag de afgelopen maanden verslechterd is. Er zijn meerdere incidenten geweest, waaronder weglopen en conflicten, wat de noodzaak voor een verlenging van de machtiging onderstreept. De kinderrechter oordeelt dat de ontwikkeling van [naam01] ernstig belemmerd wordt door zijn gedragsproblemen en dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om hem de benodigde hulp te bieden. De kinderrechter heeft besloten de machtiging te verlenen tot 26 februari 2024, met de mogelijkheid tot eerdere overgang naar een open setting indien mogelijk.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 7 september 2023. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/651970 / JE RK 23-1626
Datum uitspraak: 29 augustus 2023

Beschikking van de kinderrechter

Nieuwe machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

in de zaak naar aanleiding van het op 8 augustus 2023 ingekomen verzoekschrift van:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk(hierna te noemen: het college),
betreffende:
- [naam01], geboren op [geboortedatum01] 2006 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. I.G.M. van Gorkum, te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader,
en
V.W.A.
[plaats01],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen;
- de instemmingsverklaring d.d. 15 augustus 2023 van een gedragswetenschapper als
bedoeld in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort
tevoren heeft onderzocht.
Op 29 augustus 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren op locatie, te weten in de gesloten accommodatie voor jeugdhulp [A] te [vestigingsplaats] . Daarbij zijn verschenen:
- mevrouw [naam03] en mevrouw [naam04] namens het college;
- de vader;
- [naam01] , bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam05] , pedagogisch medewerker van [A] .
[naam01] is op 29 augustus 2023 in het bijzijn van zijn advocaat ook in raadkamer gehoord.
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder.

Feiten

- De vader en de moeder zijn met elkaar gehuwd.
- [naam01] is erkend door de vader.
- De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
- [naam01] verblijft feitelijk in de gesloten accommodatie voor jeugdhulp [A] .
- Bij beschikking van 7 maart 2023 van de kinderrechter in deze rechtbank is een machtiging verleend [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 7 maart 2023 tot 7 september 2023.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [naam01] toe te voegen.

Verzoek

Het verzoek strekt tot machtiging [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot aan zijn meerderjarigheid. Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag. De eerste drie maanden in [A] verliepen redelijk goed. De afgelopen drie maanden hebben echter meerdere incidenten plaatsgevonden, waardoor de stap naar een open groep nog niet mogelijk is. [naam01] vertoont nog steeds ernstige gedragsproblemen. Door zijn ADHD in combinatie met LVB vindt hij het lastig
om zijn emoties adequaat te reguleren. Wanneer de spanning bij [naam01] oploopt, heeft hij de neiging om weg te lopen of dit fysiek en verbaal op zijn omgeving af te reageren. Zo zijn er regelmatig incidenten op de groep en op school. [naam01] beschikt nog niet over adequate coping strategieën, hij liegt en vertelt fantasieverhalen. Hij heeft een laag zelfbeeld en hij is nog onvoldoende weerbaar. Hoewel [naam01] inzet toont en stappen zet, is het voor hem nog lastig om met vrijheden om te gaan. Hij heeft veel toezicht en nabijheid nodig om te voorkomen dat hij wegloopt of conflicten opzoekt. Hij is meermaals weggelopen van [A] en vermist geweest. Vanuit [A] wordt geadviseerd om [naam01] binnen te geslotenheid te houden om verdere stappen te zetten en te werken aan een blijvende gedragsverandering. Onderzoek naar zijn hechting en mogelijk trauma en het oefenen met meer zelfstandigheid zijn van belang om uiteindelijk de stap te kunnen zetten naar een vervolgplek. Voor nu is het noodzakelijk dat hij onder toezicht blijft en begeleiding krijgt. Hij heeft nog onvoldoende verandering laten zien en de gestelde doelen zijn nog niet behaald. Het recente wegloopincident toont aan dat [naam01] zeer beïnvloedbaar is en onvoldoende met vrijheden kan omgaan. Hij lijkt het nog lastig te vinden om het geleerde in de praktijk te brengen. Het is belangrijk dat hij de behandeling voortzet om klaar te zijn voor een geleidelijke overgang naar een passende vervolgplek om te voorkomen dat hij zal terugvallen in negatief gedrag. Een langer verblijf op [A] is noodzakelijk om verdere stappen te zetten in zijn ontwikkeling en om ervoor te zorgen dat hij zich niet onttrekt aan de noodzakelijke hulp. In april 2023 heeft de gecertificeerde instelling een Wlz-aanvraag voor [naam01] gedaan. In overleg met de ouders en [naam01] zullen er aanmeldingen worden gedaan voor vervolgplekken. Mogelijk is een vorm van beschermd wonen passend.
De vader heeft ingestemd met het verzochte. Hoewel de ouders het liefst willen dat [naam01] terug naar huis komt, is dat nu niet haalbaar. Het lukt [naam01] nog niet goed om met vrijheden om te gaan.
Namens [naam01] is naar voren gebracht dat hij het liefst terug naar huis wil. Daarom wordt namens hem verzocht om het verzoek af te wijzen of de machtiging voor een zo kort mogelijke duur uit te spreken.
Volgens de pedagogisch medewerker is het belangrijk dat [naam01] weerbaarder wordt. Binnen [A] kunnen zij hem hierbij helpen om uiteindelijk door te kunnen stromen naar een open setting.

Beoordeling

De kinderrechter overweegt dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat het verzoek tot machtiging [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp de instemming heeft van de gezaghebbende ouder(s). Nu derhalve sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 6.1.2, derde lid, onder c, van de Jeugdwet, is een ondertoezichtstelling van [naam01] niet vereist.
De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam01] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [naam01] zich aan de jeugdhulp die hij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daartoe overweegt de kinderrechter dat er ernstige zorgen zijn over de sociaal-emotionele ontwikkeling en de gedragsproblematiek van de zeventienjarige [naam01] . [naam01] kampt met LVB en ADHD. Als gevolg daarvan heeft hij moeite met het reguleren van zijn emoties. Tijdens spanningsvolle momenten resulteert dit in verbale of fysieke agressie richting zijn omgeving of in weglopen. Tijdens zijn verblijf in [A] komt hij geregeld in conflict, hebben er meerdere wegloopincidenten plaatsgevonden en heeft hij spullen vernield. Daarnaast lukt het [naam01] nog onvoldoende om met vrijheden om te gaan. Hij is onvoldoende weerbaar en hij ziet de gevolgen van zijn eigen handelen onvoldoende in.
Vanwege de kwetsbaarheid en beïnvloedbaarheid van [naam01] is hij gebaat bij een omgeving waarin hem strakke kaders en structuur worden geboden en hij beschermd en begrensd wordt. Het is voor nu noodzakelijk dat [naam01] langer gesloten geplaatst blijft, zodat gewerkt kan worden aan een blijvende gedragsverandering en hij kan toewerken naar een plek buiten de gesloten setting. Zijn emotieregulatie, veiligheid en weerbaarheid zijn nog belangrijke doelen waaraan de komende periode moet worden gewerkt. Gelet op de forse problematiek acht de kinderrechter een gesloten plaatsing tot aan de meerderjarigheid van [naam01] noodzakelijk. Het verzoek zal daarom worden toegewezen zoals verzocht, te weten tot 26 februari 2024. Indien blijkt dat [naam01] eerder naar een open setting kan, gaat de kinderrechter er vanuit dat hiertoe zal worden overgegaan.
Derhalve zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet, van 7 september 2023 tot 26 februari 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2023 door mr. C.M. van der Kleijn, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.D.C. Donker Ladrón de Guevara als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.