ECLI:NL:RBDHA:2023:13675

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
C/09/651838 / JE RK 23-1609
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar de noodzaak van ondertoezichtstelling van vier kinderen in het kader van de gezinsdynamiek en ontwikkeling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 augustus 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van vier kinderen, geboren in 2011, 2012, 2014 en 2016. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De kinderen worden al langere tijd ernstig in hun ontwikkeling bedreigd door de conflicten tussen de ouders, die gezamenlijk belast zijn met het ouderlijk gezag. De ouders communiceren nauwelijks, wat leidt tot onduidelijkheid en problemen in de opvoedsituatie. De kinderen vertonen verschillende gedragsproblemen en er zijn zorgen over hun emotionele veiligheid.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling zijn vervuld, ondanks dat niet alle belanghebbenden zijn gehoord. De kinderrechter heeft de zorgen van de Raad onderschreven en benadrukt dat specialistische zorg noodzakelijk is voor de kinderen. De ouders moeten inzicht krijgen in hun eigen aandeel in de problematiek en meewerken aan de hulpverlening. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de ouders hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/651838 / JE RK 23-1609
Datum uitspraak: 23 augustus 2023
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
in de zaak van:
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden,
hierna te noemen: de Raad,
over:
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2011 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam01] ,
[naam02], geboren op [geboortedatum02] 2012 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam02] ,
[naam03], geboren op [geboortedatum03] 2014 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam03] ,
[naam04], geboren op [geboortedatum04] 2016 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam04] ,
hierna gezamenlijk te noemen: de kinderen.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam05],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats01] ,
[naam06],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats02] ,
advocaat: mr. G. Alkilic te 's-Gravenhage.
De kinderrechter merkt als informant aan:
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 4 augustus 2023;
  • het e-mailbericht met bijlagen van de advocaat van de vader, binnengekomen bij de rechtbank op 23 augustus 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 23 augustus 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder;
- [naam08] namens de Raad;
- [naam07] namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De vader en zijn advocaat zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
1.4.
[naam01] is in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek, maar heeft daarvan geen gebruik gemaakt.

2.De feiten

  • De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [naam01] , [naam02] , [naam03] en [naam04] .
  • [naam01] , [naam02] , [naam03] en [naam04] wonen bij de vader.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam01] , [naam02] , [naam03] en [naam04] voor de duur van één jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
3.2.
De Raad legt aan dit verzoek het volgende ten grondslag. [naam01] , [naam02] , [naam03] en [naam04] worden al langere tijd ernstig in hun ontwikkeling bedreigd door de conflicten tussen de ouders. De ouders lijken in een patroon te zijn terechtgekomen, waarbij er nauwelijks wordt gecommuniceerd. Alle kinderen hebben kindeigen problematiek. [naam01] heeft sombere gedachten en er komen bij haar veel emoties kijken als het gaat om onverwerkte trauma’s. Bij [naam02] , [naam03] en [naam04] wordt externaliserende gedragsproblematiek gezien, waarbij zij kunnen slaan en schoppen. [naam02] voelt zich tekortgedaan en niet gehoord door de vader. [naam03] heeft last van nachtmerries en [naam04] vertoont opstandig gedrag. Er zijn daarnaast zorgen over de onderlinge relatie tussen de kinderen. Er heeft grensoverschrijdend gedrag plaatsgevonden tussen [naam01] en [naam02] . De kinderen lopen vast in het contact met de moeder. Sinds de uithuisplaatsing van de kinderen (in België) is er geen zicht meer geweest op het contact tussen de moeder en de kinderen. Op dit moment is er geen sprake van een concrete zorgregeling. Dit zorgt ervoor dat de kinderen veel onduidelijkheid ervaren over de wijze waarop het contact tussen hen en de moeder verloopt. De ouders tonen te weinig inzicht in hun eigen aandeel in de situatie en de problematiek van de kinderen. Het is van belang dat er meer zicht komt op de opvoedsituaties bij de ouders, zodat de emotionele veiligheid van de kinderen in beide opvoedsituaties duidelijker wordt. Ook kunnen de opvoedsituaties dan meer op elkaar afgestemd worden. Het vrijwillig kader is niet toereikend gebleken om de zorgen te doen afnemen. Het gezin staat sinds februari 2023 op de wachtlijst voor Ouderschap Blijft. Sinds 24 maart 2023 vindt Gezinssupport plaats. Daarnaast is het van belang dat er rust komt voor de kinderen, zodat zij aan behandeling toekomen. Er zijn individuele gesprekken gevoerd met de kinderen, en diagnostiek en traumabehandeling zijn opgestart. De problematiek van de kinderen bleek te complex voor Gezinssupport. Er is langdurige specialistische zorg geïndiceerd.

4.De standpunten

4.1.
De moeder voert geen verweer tegen de ondertoezichtstelling. Zij ziet in dat een ondertoezichtstelling in het belang van de kinderen is. De moeder hoopt dat de ondertoezichtstelling voor rust en duidelijkheid gaat zorgen. De moeder hoopt de juiste hulp te krijgen voor de kinderen. Zij geeft aan dat [naam01] bij de psycholoog loopt. De moeder benadrukt dat het van belang is dat zij en de vader weer door één deur kunnen. De moeder haalt de kinderen één weekend in de twee weken op bij de vader. Doordat dit niet schriftelijk is vastgelegd, leveren de omgangsmomenten vaak discussie en verwarring op. De moeder geeft verder aan dat zij graag naar Nederland wil verhuizen om zo dichterbij de kinderen te wonen. Zij heeft geen idee waar zij de juiste hulp kan krijgen bij het zoeken van een woning.
4.2.
De gecertificeerde instelling staat achter het verzoek van de Raad.

5.De beoordeling

5.1.
Op grond van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
De kinderrechter acht het – hoewel niet alle belanghebbenden zijn gehoord – noodzakelijk om te beslissen op het verzoek, gelet op de problematiek enerzijds en de vertraging die door de overdracht van de zaak door de Belgische autoriteiten reeds is opgelopen. Uit het raadsrapport blijkt dat de vader zich kan vinden in de ondertoezichtstelling.
5.3.
De kinderrechter onderschrijft de door de Raad naar voren gebrachte zorgen over de ontwikkeling en opvoedsituatie van de vier kinderen. Zij betreurt de vertraging die is opgelopen bij de overdracht van de zaak door de Belgische autoriteiten. Daardoor is tijd verspeeld en zitten de kinderen al jaren in een onrustige situatie. Er is geen inzicht in de opvoedsituatie van de kinderen bij beide ouders. Daarnaast is sprake van kindeigen problematiek bij alle kinderen. Het is van belang dat hiervoor specialistische zorg wordt ingezet. Verder lopen de kinderen vast in het contact met de moeder. De kinderrechter heeft er – net als de gecertificeerde instelling – geen vertrouwen in dat het de ouders zelfstandig lukt om de zorgen over de kinderen weg te nemen en hun onderlinge verstandhouding te verbeteren. De jeugdbeschermer kan toezicht houden op de ontwikkeling van de kinderen en ervoor zorgen dat de juiste hulpverlening wordt ingezet voor de kinderen én de ouders. Gelet op forse zorgen over de kinderen en de complexe gezinsdynamiek, acht de kinderrechter de ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar noodzakelijk. De komende periode is het van belang dat de ouders oog krijgen voor hun eigen aandeel in de zorgen en meewerken aan de hulpverlening, teneinde de zorgen over de kinderen weg te nemen.
Daarom zal als volgt worden beslist.

6.De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam01] , [naam02] , [naam03] en [naam04] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden met ingang van 23 augustus 2023 tot 23 augustus 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 augustus 2023 door mr. E.C.M. Bouman, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.E. Smolders als griffier, en op schrift gesteld op 11 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.