ECLI:NL:RBDHA:2023:13669

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
NL23.21039 en NL23.21041
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoeken om voorlopige voorziening in asielzaken wegens eerdere uitspraak

Op 11 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL23.21039 en NL23.21041, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. R.R. de Groot, een voorlopige voorziening vroegen in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De verzoeken zijn afgewezen omdat de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan in de bodemzaken NL23.21038 en NL23.21040, waarin de aanvragen van verzoekers niet in behandeling zijn genomen. De rechtbank oordeelde dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvragen van verzoekers. Tijdens de zitting op 30 augustus 2023 waren verzoekers aanwezig, bijgestaan door hun gemachtigde en een tolk, terwijl de verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd was door mr. C.K.E.E. Fischer-Fuhler. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat, gezien de uitspraak in de bodemzaken, een voorlopige voorziening niet meer nodig is en heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, in aanwezigheid van griffier mr. N.W. Brand, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.21039 en NL23.21041

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoekers], verzoekers

V-nummers: [nummers]
(gemachtigde: mr. C.K.E.E. Fischer-Fuhler),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.R. de Groot).

Procesverloop

Bij besluiten van 21 juli 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL23.21038 en NL23.21040, op 30 augustus 2023 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde en een tolk. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.21038 en NL23.21040, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.W. Brand, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.