ECLI:NL:RBDHA:2023:13620
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 september 2023, geregistreerd onder zaaknummer AWB 23/1079, wordt het verzoek van de verzoekster om een voorlopige voorziening tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 2 februari 2023 beoordeeld. De verzoekster, van Ugandese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000, welke door de staatssecretaris was afgewezen.
De verzoekster heeft op 3 februari 2023 beroep ingesteld tegen deze afwijzing, geregistreerd onder zaaknummer AWB 23/1078, en heeft tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak vastgesteld dat het beroep in de bodemzaak ongegrond is verklaard, wat betekent dat er geen aanleiding meer is voor het treffen van een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen, aangezien de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard en er derhalve geen noodzaak meer is voor een voorlopige maatregel. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.