7.4Het oordeel van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal eerst overgaan tot het beoordelen van de verzochte materiële schade.
De post ‘Medische kosten – eigen risico 2022 en 2023’
Deze post is door de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij voldoende onderbouwd. De rechtbank zal voor het jaar 2022 een bedrag van € 81,36 en voor het jaar 2023 een bedrag van € 385,- toewijzen. Dit komt neer op een totaalbedrag van
€ 466,36.
De posten ‘Medische behandeling Psytrec’ en ‘Verblijfskosten tijdens PSYTREC-behandeling’
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in dit deel van de vordering. Dit deel is door de verdachte (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De post ‘Medische kosten – medicatie die niet worden vergoed door ziektekostenverzekering’
De vordering is door de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij voldoende onderbouwd, ook ten aanzien van de gevorderde Oxazepam. De rechtbank zal deze post toewijzen ter grootte van het gevorderde bedrag van € 416,13.
De post ‘Verlies aan inkomen’
Hoewel deze post door de raadsvrouw niet is betwist, heeft de benadeelde partij naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd gesteld dat er sprake is van een rechtstreeks verband tussen haar burn-out en haar arbeidsongeschiktheid en het bewezen verklaarde feit. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in dit deel van de vordering. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De post ‘Reiskosten’
De vordering is door de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij voldoende onderbouwd. De rechtbank zal deze post toewijzen ter grootte van het gevorderde bedrag van € 76,61.
De post ‘Immateriële schade’
In geval van bijzondere ernstige normschendingen zoals zedendelicten die een ernstige inbreuk op de persoonlijke integriteit teweeg hebben gebracht, is de vaststelling van geestelijk letsel niet vereist voor de toekenning van immateriële schade. De in dit verband relevante nadelige gevolgen voor de benadeelde liggen immers zo voor de hand, dat een ‘andere aantasting in de persoon’ als bedoeld in artikel 6:106 sub b van het Burgerlijk Wetboek kan worden aangenomen. In onderhavige zaak is hiervan sprake. Dat er grote psychische gevolgen voor het slachtoffer zijn geweest en nog zijn als gevolg van het bewezen verklaarde feit volgt bovendien uit de op de zitting voorgelezen slachtofferverklaring en de bijlagen bij de vordering. Dat er ook andere oorzaken zijn van de psychische problemen waarmee het slachtoffer te kampen heeft, doet hieraan niet af. De rechtbank zal gelet op wat door en namens de benadeelde partij ter toelichting op haar vordering is aangevoerd, naar billijkheid de immateriële schade vaststellen op een bedrag van € 10.000,- en de vordering tot dat bedrag toewijzen. De rechtbank zal de benadeelde partij ten aanzien van de vordering tot vergoeding van immateriële schade voor het overige niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van
€ 10.959,10, bestaande uit € 959,10 aan materiële schade en € 10.000,- aan immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 8 mei 2007 omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover het slachtoffer aansprakelijk voor schade die door dit feit aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 10.959,10, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 8 mei 2007 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer] .