ECLI:NL:RBDHA:2023:13561
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- J. Boerlage - van den Bosch
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na gegrond beroep
Op 8 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een gemeenschapsonderdaan, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag om een document dat haar rechtmatig verblijf bevestigt, zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Dit bezwaar werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ongegrond verklaard in een besluit van 19 april 2023. Hierop heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 23 juni 2023 behandeld, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en een tolk. Tijdens de zitting is het beroep van verzoekster behandeld, en op dezelfde dag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Aangezien het beroep gegrond is verklaard, was een voorlopige voorziening niet langer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om die reden afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft tevens de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten die verzoekster heeft gemaakt, vastgesteld op € 1.674,00. Daarnaast moet de staatssecretaris het door verzoekster betaalde griffierecht van € 184,00 vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, in aanwezigheid van griffier mr. A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.