ECLI:NL:RBDHA:2023:13561

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
8 september 2023
Zaaknummer
NL23.12426
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
  • J. Boerlage - van den Bosch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na gegrond beroep

Op 8 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een gemeenschapsonderdaan, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag om een document dat haar rechtmatig verblijf bevestigt, zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Dit bezwaar werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ongegrond verklaard in een besluit van 19 april 2023. Hierop heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 23 juni 2023 behandeld, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en een tolk. Tijdens de zitting is het beroep van verzoekster behandeld, en op dezelfde dag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Aangezien het beroep gegrond is verklaard, was een voorlopige voorziening niet langer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om die reden afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft tevens de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten die verzoekster heeft gemaakt, vastgesteld op € 1.674,00. Daarnaast moet de staatssecretaris het door verzoekster betaalde griffierecht van € 184,00 vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, in aanwezigheid van griffier mr. A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.12426

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , verzoekster

(gemachtigde: mr. H.T. Gerbrandy),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. C. verbaas).

Procesverloop

Bij besluit van 19 april 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris het bezwaar van verzoekster tegen de afwijzing van haar aanvraag om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, waaruit het rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.12425.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep op 23 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, mr. M.R. Verdoner, kantoorgenoot van de gemachtigde van verzoekster, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep van verzoekster. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Omdat het beroep gegrond is, veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder in de door verzoekster gemaakte proceskosten. De voorzieningenrechter stelt die kosten vast op
€ 1.674,00 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 837,00 en een wegingsfactor 1). Verder moet verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht aan haar vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.674,00 aan proceskosten aan verzoekster;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 184,00 aan verzoekster moet vergoeden
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.P. Kuiters, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.