Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[Naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die tijdelijk beschermd is op basis van de Richtlijn tijdelijke bescherming, heeft tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 25 augustus 2023, beëindigde de tijdelijke bescherming van verzoeker per 4 september 2023. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij vreesde zijn rechten te verliezen voordat het beroep op de hoofdzaak was behandeld.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van onverwijlde spoed, aangezien verzoeker zijn recht op tijdelijke bescherming zou verliezen op de datum van 4 september 2023. De rechter heeft overwogen dat het belang van verzoeker om de gemeentelijke opvang en het recht om te werken te behouden, zwaarder weegt dan het belang van de staatssecretaris om de tijdelijke bescherming te beëindigen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en het bestreden besluit geschorst totdat er uitspraak is gedaan op het beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 837, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.