Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, een derdelander, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hem werd meegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming op grond van de Richtlijn tijdelijke bescherming zou eindigen op 4 september 2023. De verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde dat hij zonder deze bescherming in de problemen zou komen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van onverwijlde spoed, aangezien het recht van verzoeker op tijdelijke bescherming zou eindigen voordat het beroep kon worden afgedaan. De voorzieningenrechter weegt de belangen van verzoeker, die afhankelijk is van gemeentelijke opvang en het recht om te werken, zwaarder dan het belang van de staatssecretaris om de tijdelijke bescherming te beëindigen. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, en werd het bestreden besluit geschorst totdat er uitspraak is gedaan op het beroep. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 837.