Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker], verzoekster,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die tijdelijk beschermd is op basis van de Richtlijn tijdelijke bescherming, heeft tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 28 augustus 2023, beëindigde haar recht op tijdelijke bescherming per 4 september 2023. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesde haar rechten en gemeentelijke opvangvoorzieningen te verliezen voordat haar beroep op de hoofdzaak was behandeld.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van onverwijlde spoed, aangezien verzoekster niet meer op haar rechten kan terugvallen na de beëindiging van de tijdelijke bescherming. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het belang van verzoekster om haar opvang en werkrechten te behouden zwaarder weegt dan het belang van de staatssecretaris om de tijdelijke bescherming te beëindigen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en het bestreden besluit geschorst totdat er uitspraak is gedaan op het beroep.
Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die zijn vastgesteld op € 837. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De zaak is van belang in het kader van de tijdelijke bescherming van ontheemden uit Oekraïne, zoals geregeld in de Europese richtlijnen en uitvoeringsbesluiten.