In deze zaak hebben eisers, een Syrische familie, op 13 oktober 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als gezinslid bij hun referent in Nederland te kunnen verblijven. Na een lange periode zonder besluit, hebben eisers op 18 april 2023 verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen. Vervolgens hebben zij op 15 mei 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken en dat eisers rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. De rechtbank heeft op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag van eisers. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de hoogte van de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, en verweerder is veroordeeld in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50.