ECLI:NL:RBDHA:2023:13488

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 augustus 2023
Publicatiedatum
6 september 2023
Zaaknummer
C/09/650943
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en bekrachtiging schriftelijke aanwijzing in de zaak van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 augustus 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [naam01], [naam02] en [naam03], en de bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, hoewel betrokken en liefdevol, onvoldoende inzicht hebben in de problemen rondom de opvoedsituatie van hun kinderen. Er is sprake van hoog schoolverzuim en een gebrek aan samenwerking met de jeugdbeschermer, wat de ontwikkeling van de kinderen ernstig bedreigt. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 30 maart 2024 en de schriftelijke aanwijzing bekrachtigd, met als doel de noodzakelijke hulpverlening te waarborgen en de ontwikkeling van de kinderen te beschermen. De ouders zijn aangespoord om beter samen te werken met de jeugdbeschermer en in het belang van hun kinderen te handelen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummers: C/09/650943 / JE RK 23-1499 en C/09/650946 / JE RK 23-1500
Datum uitspraak: 24 augustus 2023
Beschikking van de kinderrechter tot een verlenging ondertoezichtstelling en bekrachtiging schriftelijke aanwijzing
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over de minderjarigen
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2006 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam01] ,
[naam02], geboren op [geboortedatum02] 2007 in [plaats02] ,
hierna te noemen: [naam02] ,
[naam03], geboren op [geboortedatum03] 2009 in [plaats02] ,
hierna te noemen: [naam03] .
hierna samen ook te noemen: de kinderen,
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam04],
hierna te noemen: de moeder,
en
[naam05],
hierna te noemen: de vader,
hierna samen te noemen: de ouders,
beiden wonende in [woonplaats01] ,

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de verzoekschriften met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 21 juli 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 24
augustus 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de vader;
- de moeder;
- [naam06] , namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De kinderrechter heeft [naam01] , [naam02] en [naam03] naar hun mening gevraagd. [naam03] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. [naam01] en [naam02] hebben geen mening gegeven. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [naam03] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

  • De vader en moeder zijn met elkaar gehuwd.
  • De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [naam01] , [naam02] en [naam03] .
  • [naam01] , [naam02] en [naam03] wonen bij de ouders.
  • De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 27 september 2022 de ondertoezichtstelling van [naam01] , [naam02] en [naam03] verlengd tot 30 september 2023.
  • De gecertificeerde instelling heeft op 30 mei 2023 een schriftelijke aanwijzing gegeven betreffende de verzorging en opvoeding van de kinderen. In deze schriftelijke aanwijzing is het volgende opgenomen:
1. U werkt mee aan de ondertoezichtstelling en houdt zich aan de afspraken.
2. U accepteert de hulpverlening en werkt hieraan mee.
3. U geeft toestemming voor onderzoek vanuit Loket Passend Onderwijs voor [naam02] .

3.Het verzoek

De gecertificeerde instelling verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam01] , [naam02] en [naam03] te verlengen voor de duur van zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Verder heeft de gecertificeerde instelling bekrachtiging van voornoemde schriftelijke aanwijzing verzocht. De verzoeken zijn als volgt gemotiveerd. Er is sprake van een hoog schoolverzuim bij alle kinderen, waardoor zij in de problemen komen. Het is de jeugdbeschermer niet gelukt om in contact te komen met het gezin. Ook de school van de kinderen komt onvoldoende in contact met de ouders. De ouders staan onvoldoende open voor hulpverlening en geven geen gehoor. De gecertificeerde instelling heeft daardoor geen zicht op de thuissituatie. De ouders hebben het afgelopen jaar wel laten zien dat zij open staan voor financiële hulpverlening. Zij (h)erkennen de zorgen over de kinderen echter niet. Nu de kinderen niet naar school gaan, worden zij bedreigd in hun cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook wordt vanuit school opgemerkt dat de kinderen meer hulp, begeleiding en diagnostiek nodig hebben, wat hen door de ouders wordt ontzegd. Ten aanzien van [naam02] geldt dat er zorgen zijn of haar huidige school wel passend is. Daarnaast lijken de ouders de kinderen onvoldoende te stimuleren om naar school te gaan en hen onvoldoende te voorzien in de benodigde medische zorg. Bij [naam01] is een licht verstandelijke beperking vastgesteld en is het onduidelijk in hoeverre de huidige opvoedsituatie aansluit bij zijn opvoedbehoefte. Hierdoor moet de ondertoezichtstelling worden verlengd.
Vanwege het ontbreken van contact en samenwerking tussen de jeugdbeschermer en de ouders moet de schriftelijke aanwijzing worden bekrachtigd. De gecertificeerde instelling kan zonder samenwerking met de ouders niet de opdracht uitvoeren die de kinderrechter bij de jeugdbeschermer heeft neergelegd om de doelen vanuit de ondertoezichtstelling te bereiken.

4.De standpunten

De vader heeft ter zitting naar voren gebracht dat het afgelopen jaar weinig is gedaan vanuit de gecertificeerde instelling. Er is geen sprake van een goede samenwerking.
De vader is altijd aanwezig bij gesprekken over de kinderen. Het klopt dat de kinderen veel van school verzuimen, maar dat komt door ziekte van de kinderen. Het gezin is bezig om de financiële problemen op te lossen met behulp van schuldhulpsanering. De vader gaat akkoord met een onderzoek bij [naam02] , zodat [naam02] passend onderwijs aangeboden kan krijgen. Ook heeft hij uitgesproken zijn medewerking te verlenen aan de hulpverlening.
In aanvulling op de vader heeft de moeder ter zitting aangegeven dat een verlenging van de ondertoezichtstelling niet nodig is, omdat de ouders alles zelfstandig doen en dat ook kunnen. Daarnaast onderneemt de gecertificeerde instelling geen actie om de kinderen te helpen. De ouders zijn goed in staat om zelf te beslissen wat goed is voor de kinderen. De moeder vindt dat de huidige school van [naam02] bij haar aansluit.

5.De beoordeling

Verlenging ondertoezichtstelling
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Daartoe wordt als volgt overwogen. De doelen van de ondertoezichtstelling zijn nog onvoldoende bereikt en [naam01] , [naam02] en [naam03] worden nog steeds ernstig in hun ontwikkeling bedreigd. De kinderrechter stelt voorop dat de ouders betrokken en liefdevol zijn en het beste voor de kinderen willen. Echter, zij zien de problemen in de opvoedsituatie onvoldoende in. Er is sprake van veel schoolverzuim bij alle kinderen. Hierdoor is hun cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling ernstig in het geding. Daar komt bij dat onvoldoende zicht is op de opvoedsituatie van de kinderen, doordat de ouders onvoldoende openstaan voor de hulpverlening. Hierdoor bestaan op dit moment zorgen over de opvoedsituatie van [naam01] , [naam02] en [naam03] . Verder zijn er zorgen over de financiële situatie van het gezin, waarvoor hulpverlening noodzakelijk is. Deze hulpverlening wordt door de ouders wel geaccepteerd. Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [naam01] , [naam02] en [naam03] verlengen voor de verzochte duur van zes maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW). Het komend half jaar is het van belang dat de ouders hun volledige medewerking verlenen aan de noodzakelijke hulpverlening, zodat er zicht komt op de achtergrond van het schoolverzuim, op de schoolmogelijkheden voor [naam02] en op de opvoedsituatie, met als doel dat de zorgen zullen afnemen. Daarbij drukt de kinderrechter de ouders op het hart om goed met de jeugdbeschermer samen te werken en in het belang van de kinderen te handelen.
Bekrachtiging schriftelijke aanwijzing
In het verlengde van het voorgaande verzoek is de kinderrechter, op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting, van oordeel dat de schriftelijke aanwijzing moet worden bekrachtigd. Daartoe overweegt de kinderrechter dat de ouders onvoldoende medewerking hebben verleend aan de uitvoering van het plan van aanpak. Bovendien is de schriftelijke aanwijzing noodzakelijk om de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van [naam01] , [naam02] en [naam03] weg te nemen. Zoals ook blijkt uit het hiervoor overwogene ten aanzien van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling, houden de ouders de noodzakelijke hulpverlening buiten de deur. Hierdoor worden de kinderen ernstig in hun ontwikkeling bedreigd.
De schriftelijke aanwijzing bevat drie doelstellingen, welke opgesteld zijn ter uitvoering van de taak van de gecertificeerde instelling en deze betreffen de verzorging en opvoeding van de kinderen. De eerste twee doelstellingen zien op het meewerken aan de ondertoezichtstelling en hulpverlening door de ouders. Deze doelstellingen zijn van essentieel belang om ontwikkelingsbedreiging van de kinderen te doen laten afnemen. De derde doelstelling spitst zich toe op [naam02] . Ten aanzien van [naam02] overweegt de kinderrechter in het bijzonder dat onderzocht moet worden of het huidige onderwijsniveau aansluit bij haar capaciteiten. Hiervoor is een onderzoek vanuit Loket Passend Onderwijs noodzakelijk. Hoewel de ouders ter zitting hun bereidheid hebben uitgesproken om in het vervolg mee te werken aan de ondertoezichtstelling, acht de kinderrechter – gelet op het (recente) verleden – een bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing passend en geboden. Bezien moet worden of de bereidheid van de ouders blijvend is.
Daarom zal als volgt worden beslist.

6.De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam01] , [naam02] en [naam03] tot 30 maart 2024;
bekrachtigt de schriftelijke aanwijzing d.d. 30 mei 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2023 door mr. N.I.S. Boers, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. E.P.M. van der Hoorn als griffier, en op schrift gesteld op 4 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking betreffende het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.
Ingevolge artikel 807 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat tegen deze beslissing betreffende het verzoek tot bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing geen andere voorziening open dan cassatie in het belang der wet.