ECLI:NL:RBDHA:2023:13438
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning wegens niet-naleving wettelijke voorschriften
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een Jamaicaanse man geboren in 1963, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning met als doel verblijf bij zijn partner. De staatssecretaris heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat eiser niet voldeed aan de wettelijke voorschriften. Eiser was twee keer niet verschenen op afspraken bij het IND-loket en had geen leges betaald.
Eiser heeft tegen het besluit van de staatssecretaris bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Hij heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank en ook een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Tijdens de zitting op 10 mei 2023 is eiser echter niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich wel liet vertegenwoordigen.
De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris eiser voldoende gelegenheid heeft gegeven om zijn aanvraag compleet te maken en dat het niet verschijnen van eiser op de afspraken en het niet betalen van leges redengevend zijn voor de beslissing om de aanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris op goede gronden heeft gehandeld en verklaart het beroep ongegrond. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen connexiteit meer is. De rechtbank heeft geen proceskosten toegewezen aan de staatssecretaris.