Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam verzoeker], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, die tijdelijk beschermd is op grond van de Richtlijn tijdelijke bescherming, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, dat op 23 augustus 2023 is genomen, houdt in dat het recht van verzoeker op tijdelijke bescherming per 4 september 2023 eindigt. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij vreest dat hij zonder deze bescherming in de problemen zal komen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van onverwijlde spoed, aangezien verzoeker zijn rechten op gemeentelijke opvang en werk zou verliezen als het besluit van de staatssecretaris wordt uitgevoerd. De rechter heeft overwogen dat het belang van verzoeker om zijn tijdelijke bescherming te behouden zwaarder weegt dan het belang van de staatssecretaris om de bescherming per 4 september 2023 te beëindigen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en het bestreden besluit geschorst totdat er uitspraak is gedaan op het beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 837. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.