ECLI:NL:RBDHA:2023:13393

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 augustus 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
C/09/651048 / JE RK 23-1507
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nieuwe machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 augustus 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [naam01]. De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 24 juli 2023 is ingediend door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, met als doel een nieuwe machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te verkrijgen. De kinderrechter heeft de moeder van [naam01] als belanghebbende aangemerkt en heeft de zaak behandeld met gesloten deuren. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de gesloten machtiging en pleit voor een terugplaatsing van [naam01] naar huis, met ambulante hulp. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van [naam01] belemmeren. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om te voorkomen dat [naam01] zich aan de benodigde jeugdhulp onttrekt. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor een periode van drie maanden, tot 28 november 2023, en heeft de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden. De kinderrechter heeft de hoop uitgesproken dat de positieve ontwikkelingen van [naam01] worden voortgezet en dat er goed gekeken wordt naar de mogelijkheden voor contact met de moeder.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/651048 / JE RK 23-1507
Datum uitspraak: 17 augustus 2023

Beschikking van de kinderrechter

Nieuwe machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

in de zaak naar aanleiding van het op 24 juli 2023 ingekomen verzoekschrift van:

William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:

[naam01] , geboren op [geboortedatum01] 2011 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. G.E.M. Later, te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam02] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen;
- de instemmingsverklaring van 19 juli 2023 van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht.
Op 10 augustus 2023 heeft [naam01] bij [naam04] , in het bijzijn van zijn advocaat, een gesprek gevoerd met de kinderrechter.
Op 17 augustus 2023 de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- de moeder;
- [naam01] , bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw. [naam03] , namens de gecertificeerde instelling.
Voorafgaand aan de zitting is [naam01] , in het bijzijn van zijn advocaat, in raadkamer gehoord.

Feiten

  • De moeder is belast met het ouderlijk gezag.
  • [naam01] verblijft feitelijk in de gesloten accommodatie voor jeugdhulp [naam04] .
  • De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 28 februari [naam01] onder toezicht gesteld van 28 februari 2023 tot 28 februari 2024, alsmede een machtiging verleend om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven van 28 februari 2023 tot 28 augustus 2023.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [naam01] toe te voegen.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot machtiging [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van zes maanden.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. De zorgen liggen met name in het suïcidale gedrag van [naam01] , de opvoedvaardigheden van de moeder en het ontbreken van perspectief. Er wordt een positieve gedragsverandering bij [naam01] gezien. Hij laat sociaal gedrag zien naar groepsgenoten en lijkt een vertrouwensband te hebben opgebouwd met de begeleiding. [naam01] maakt na de zomervakantie de overstap naar het VSO. De gesloten plaatsing moet worden voortgezet om [naam01] de benodigde veiligheid en stabiliteit te bieden. [naam01] heeft de hele dag een-op-een-begeleiding. Ten aanzien van het perspectief adviseert [naam04] om een gespecialiseerd gezinshuis te zoeken binnen de regio. Daarnaast moet gekeken worden naar de mogelijkheden van thuis wonen in de toekomst. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gecertificeerde instelling aanvullend verklaard dat Horizon Viersprong en Gezin Totaal zijn benaderd voor een perspectiefonderzoek. Ter zitting benadrukt de gecertificeerde instelling dat zij de gesloten machtiging niet langer zal gebruiken dan nodig. Op het moment van het indienen van het verzoekschrift was er sprake van een onrustigere situatie, omdat [naam01] zich destijds midden in het EMDR-traject bevond. De EMDR-therapie is inmiddels afgerond en er wordt gekeken naar een vervolgbehandeling. De gedragswetenschapper van Horizon heeft Brain Blocks ingezet en betrekt de moeder hierbij. De therapie voor [naam01] en de moeder kan starten op het moment dat de financiering bij de gemeente hiervoor rond is. Alvorens gezamenlijke therapie van start kon gaan, was het nodig dat [naam01] eerst individuele therapie zou ontvangen. De gecertificeerde instelling wil stap voor stap de omgang tussen [naam01] en de moeder uitbouwen. De bezoeken vinden inmiddels buiten het terrein van [naam04] plaats en [naam01] komt met regelmaat onder begeleiding op bezoek bij de moeder thuis.
De moeder geeft aan niet in te stemmen met het verzochte. Zij zou graag willen dat [naam01] weer thuis wordt geplaatst in combinatie met ambulante hulp. Zij wil voorkomen dat [naam01] steeds van plek naar plek wordt gestuurd. De moeder weet niks af van Brain Blocks en vraagt zich af wanneer dit voor haar kan gaan starten. Zij stelt dat zij de hulp heeft gemist die gericht is op de problemen waar zij en [naam01] tegenaan liepen toen hij nog bij haar woonde. De moeder betreurt het dat het gesprek met haar én [naam01] de afgelopen periode niet is aangegaan. Zij wenst meer duidelijkheid en een vast aanspreekpunt.
[naam01] heeft, bij monde van zijn advocaat, verweer gevoerd tegen de gesloten machtiging. Daartoe heeft de advocaat aangevoerd dat een gesloten plaatsing een verstrekkende en ingrijpende maatregel is. Het gaat nu goed met [naam01] . Hij heeft duidelijk baat bij de structuur en duidelijkheid die hij op de groep krijgt. De advocaat stelt dat de omgang tussen de moeder en [naam01] de afgelopen zes maanden minimaal is geweest. [naam01] geeft al langere tijd aan een nachtje te willen slapen bij de moeder. Dit weekend komt dit voor het eerst van de grond. De advocaat van [naam01] brengt naar voren dat de situatie anders is dan ten tijde van het indienen van het verzoekschrift. De moeder is nu fulltime beschikbaar en [naam01] heeft EMDR-therapie ontvangen. Wat betreft de middelbare school van [naam01] heeft de moeder geen duidelijkheid gekregen over het perspectief, omdat zij hierbij niet betrokken is. Daarnaast vraagt de advocaat om de therapie voor de moeder en [naam01] , die in de vorige beschikking al werd genoemd en tot op heden niet heeft plaatsgevonden, alsnog te laten plaatsvinden. De advocaat van [naam01] verzoekt om het verzoek af te wijzen dan wel voor een hele korte periode toe te wijzen om – indien dat nodig zou zijn - de overgang te regelen.

Beoordeling

De kinderrechter is van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam01] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp die hij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. Voorafgaand aan de gesloten plaatsing liet [naam01] zeer ernstige gedragsproblematiek zien. In de thuissituatie kon zijn veiligheid, maar ook die van de moeder, niet meer gewaarborgd worden. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat [naam01] profiteert van de gestructureerde omgeving van [naam04] . Hij doet het goed op de groep en vertoont een positieve groei in zijn gedrag. De kinderrechter complimenteert [naam01] voor zijn inzet en voor de verandering ten goede die hij tot nu toe heeft doorgemaakt. Desondanks zijn er nog punten waaraan gewerkt moet worden. Het belangrijkste is dat [naam01] de komende periode gestabiliseerd blijft, dat zijn therapie wordt voortgezet en dat de intensieve een-op-een-begeleiding wordt afgebouwd. Dit zijn belangrijke factoren bij het bepalen van het vervolgtraject van [naam01] . Verder is het noodzakelijk dat de overgang van [naam01] naar het voorgezet speciaal onderwijs wordt gemonitord en dat het contact tussen [naam01] en de moeder wordt geïntensiveerd. Daarbij vindt de kinderrechter het van belang dat goed gekeken wordt naar de mogelijkheden van een uitbreiding van de contactmomenten tussen [naam01] en de moeder, inclusief overnachtingen. Dit dient stapsgewijs en zorgvuldig te gebeuren, zodat er minder risico is dat [naam01] en de moeder terugvallen in oude patronen. De kinderrechter spreekt de hoop uit dat de positieve ontwikkelingen worden vastgehouden en voortgezet.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter het verzoek tot de gesloten uithuisplaatsing van [naam01] toewijzen voor drie maanden en het verzoek voor het overige aanhouden. Over drie maanden zal opnieuw naar de situatie van [naam01] moeten worden gekeken en zal bezien moeten worden of een gesloten machtiging nog langer noodzakelijk is.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet, van 28 augustus 2023 tot 28 november 2023;
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot en zitting gelegen
vóór 28 november 2023en verzoekt de gecertificeerde instelling
uiterlijk één weekvoor de nader te bepalen zitting
een updatete geven over de laatste stand van zaken waarin tevens wordt aangegeven of het verzoek wordt gehandhaafd. Indien de gecertificeerde instelling het verzoek handhaaft dient met de update tevens een nieuwe instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper te worden overlegd;
gelast de griffier tegen de volgende zitting op te roepen:
- de Raad
- William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering;
- [naam01] en zijn advocaat;
- de moeder.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2023 door mr. E.C.M. Bouman, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Smolders als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 5 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.