ECLI:NL:RBDHA:2023:13312

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 september 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
NL23.19754, NL23.19761, NL23.19764 en NL23.19767
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheidskwestie Kroatië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoekers, zes personen van Jordaanse nationaliteit, hadden een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had echter op 6 juli 2023 besloten om deze aanvragen niet in behandeling te nemen, met als argument dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielverzoeken.

De verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 24 augustus 2023, waar de verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde, en de vertegenwoordiger van de staatssecretaris aanwezig waren. Tijdens de zitting is een tolk ingeschakeld om de communicatie te vergemakkelijken.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in de aanverwante zaken, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. De verzoeken zijn daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, in aanwezigheid van griffier I. Wolthuis, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.19754, NL23.19761, NL23.19764 en NL23.19767

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam 1] verzoeker,

geboren op [geboortedatum 1]
V-nummer: [nummer 1]
[naam 2],verzoekster,
geboren op [geboortedatum 2]
V-nummer: [nummer 2]
[naam 3],
geboren op [geboortedatum 3],
V-nummer: [nummer 3]
[naam 4],
geboren op [geboortedatum 4]
V-nummer: [nummer 4]
[naam 5],
geboren op [geboortedatum 5],
V-nummer: [nummer 5]
[naam 6]
geboren op [geboortedatum 6],
V-nummer: [nummer 6]
allen van Jordaanse nationaliteit,
tezamen te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. A.A. Scholtmeijer),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. B.W. Zagers).

Procesverloop

Bij besluiten van 6 juli 2023 (de bestreden besluiten) heeft de staatssecretaris de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken zaaknummers: NL23.19753, NL23.19760, NL23.19763 en NL23.19766 op 24 augustus 2023 op zitting behandeld. Verzoeker en verzoekster zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Tevens is een tolk verschenen. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.19753, NL23.19760, NL23.19763 en NL23.19766 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van I. Wolthuis, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.