ECLI:NL:RBDHA:2023:13312
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheidskwestie Kroatië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoekers, zes personen van Jordaanse nationaliteit, hadden een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had echter op 6 juli 2023 besloten om deze aanvragen niet in behandeling te nemen, met als argument dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielverzoeken.
De verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 24 augustus 2023, waar de verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde, en de vertegenwoordiger van de staatssecretaris aanwezig waren. Tijdens de zitting is een tolk ingeschakeld om de communicatie te vergemakkelijken.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in de aanverwante zaken, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. De verzoeken zijn daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, in aanwezigheid van griffier I. Wolthuis, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.