In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 augustus 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee kinderen, [naam01] en [naam02]. De kinderen hebben een belast verleden, waarbij zij getuige zijn geweest van de conflicten tussen hun ouders en meerdere keren van verblijfplek zijn gewisseld. De kinderrechter oordeelt dat de zorgen over de kinderen nog steeds aanwezig zijn en dat hulpverlening noodzakelijk is. De kinderen verblijven momenteel bij hun vader, die zich openstelt voor hulpverlening en een ondersteunende partner heeft. De moeder daarentegen heeft niet aangetoond dat zij in staat is om de zorg voor de kinderen op zich te nemen en is meer gefocust op haar strijd tegen de vader en de gecertificeerde instelling. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 2 juli 2024.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek betrokken, waarbij de gronden voor zowel de ondertoezichtstelling als de uithuisplaatsing zijn vastgesteld. De situatie van de kinderen is complex, en er is behoefte aan duidelijkheid en stabiliteit in hun leven. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.