Op 4 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1986, die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een fiets en speakers. De rechtbank heeft op basis van de tenlastelegging en het onderzoek ter terechtzitting, gehouden op 21 augustus 2023, geoordeeld dat de verdachte de feiten heeft begaan. De officier van justitie, mr. A.J. Algera, heeft gevorderd tot bewezenverklaring van de tenlastelegging, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. E.G.S. Roethof, zich op het standpunt heeft gesteld dat de feiten bewezen kunnen worden verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten en dat hij al twee keer eerder een onvoorwaardelijke ISD-maatregel heeft opgelegd gekregen. De reclassering heeft in een rapport aangegeven dat de verdachte een langdurig delictpatroon vertoont en dat er sprake is van verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft geconcludeerd dat een voorwaardelijk kader niet toereikend is om het recidiverisico te beheersen en heeft daarom besloten om de verdachte een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft daarbij de veiligheid van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van de verdachte vooropgesteld. De beslissing is gegrond op de artikelen 38m, 38n en 310 van het Wetboek van Strafrecht.