ECLI:NL:RBDHA:2023:13034
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. Coenen, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. I. Vugs, niet in behandeling genomen, omdat België verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 15 augustus 2023 behandeld, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er een andere zaak, NL23.19864, aanhangig was die betrekking had op hetzelfde onderwerp. Aangezien de rechtbank in die zaak al uitspraak had gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Het verzoek werd dan ook afgewezen.
Desondanks heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 837,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de rechtsbijstand verleend door een derde. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.