Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van
het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten, het college
[derde-partij], te [woonplaats] (vergunninghoudster).
Rechtbank Den Haag
Op 31 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.A.M. van Hoorn, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten, dat op 15 augustus 2023 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het vervangen van een gemetselde penant door een stalen kolom op een perceel in Voorschoten. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, waarbij ook de gemachtigde van het college, mr. N.A. Dijkstra, aanwezig was.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd dat de verbouwing voldoet aan het Bouwbesluit 2012. Er waren twijfels over de berekeningen die zijn uitgevoerd door Ingenieursbureau Wiersema, die niet duidelijk maakten dat de stalen kolom op de begane grond kon worden geplaatst. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de motivering van het college op dit punt niet voldoende was en dat er geen zwaarwegende belangen van de vergunninghoudster waren die een onmiddellijke uitvoering van de verbouwing rechtvaardigden.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het besluit van 15 augustus 2023 geschorst tot zes weken na de verzending van de beslissing op bezwaar. Tevens is het college veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan verzoekster, die in totaal € 1.681,06 bedragen. De uitspraak is gedaan door mr. J. Schaaf, in aanwezigheid van griffier drs. A.C.P. Witsiers, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.