Op 30 augustus 2023 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Den Haag in drie pilotzaken geoordeeld dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geen bevoegdheid heeft om de tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne per 4 september 2023 te beëindigen. Dit oordeel is van belang voor de verzoeker, die in deze zaak een voorlopige voorziening heeft aangevraagd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is, aangezien het bestreden besluit van 24 augustus 2023 de tijdelijke bescherming van verzoeker per 4 september 2023 zou beëindigen. De voorzieningenrechter heeft besloten het verzoek toe te wijzen en het bestreden besluit te schorsen, waardoor verzoeker als begunstigde van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) moet worden aangemerkt en de bijbehorende rechten en voorzieningen moeten worden voortgezet totdat op het beroep van verzoeker is beslist.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat er een te verwachten stroom van beroepen en zeer spoedeisende verzoeken zal zijn, waardoor het niet mogelijk is om in elke afzonderlijke procedure de situatie van de verzoeker te beoordelen. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat verweerder niet in de gelegenheid wordt gesteld om inhoudelijk op het verzoek te reageren, gezien de tijdsdruk en de urgentie van de situatie. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is digitaal ondertekend op 31 augustus 2023. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.