ECLI:NL:RBDHA:2023:12986
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, met een V-nummer, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 20 april 2023 was genomen. Dit besluit verklaarde de bezwaren van verzoekster ongegrond en handhaafde de afwijzing van haar aanvraag om een verblijfsvergunning regulier mensenhandel. Verzoekster vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter heeft, met toestemming van partijen, besloten om een onderzoek ter zitting achterwege te laten. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek gesloten en op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (NL23.12230) die betrekking had op het beroep van verzoekster. Aangezien er in die zaak al een uitspraak was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van mr. R.E.J. Jansen, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.