ECLI:NL:RBDHA:2023:12972

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 augustus 2023
Publicatiedatum
31 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.9673
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing machtiging tot voorlopig verblijf voor familie- of gezinslid met belangenafweging

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 24 augustus 2023, is het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) beoordeeld. Eiseres, een 75-jarige vrouw uit Suriname, verzocht om verblijf bij haar volwassen dochter in Nederland. De aanvraag was eerder afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die stelde dat er geen sprake was van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en haar dochter. De rechtbank heeft de zaak op 18 juli 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als haar gemachtigde, alsook de gemachtigde van de Staatssecretaris aanwezig waren.

Eiseres voerde aan dat zij door problemen met haar zoon in Suriname, die psychische problemen heeft, niet in staat is om daar te blijven wonen. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris terecht had gesteld dat de relatie tussen eiseres en haar dochter niet meer dan gebruikelijk was. De rechtbank vond dat de belangenafweging in het nadeel van eiseres mocht uitvallen, omdat er geen objectieve belemmeringen waren om het gezinsleven in Suriname uit te oefenen. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag voor de mvv terecht was en verklaarde het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.9673
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres (gemachtigde: mr. E.R. Hagenaars),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: mr. S. Brock).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het doel “Verblijf als familie- of gezinslid bij [referente] ”.
1.1.
De staatssecretaris heeft deze aanvraag met het besluit van 17 mei 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 13 maart 2023 op het bezwaar van eiseres is de staatssecretaris bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2. De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, referente [referente] en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

3. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het door haar te betalen griffierecht. De rechtbank ziet aanleiding dit toe te wijzen.
Inleiding
4. Eiseres is 75 jaar oud en woont in Suriname. Zij wil graag bij haar volwassen dochter [referente] (referente) in Nederland verblijven. Eiseres woont in Suriname naast haar zoon [Zoon] , maar zij trekt dit mentaal niet meer. [Zoon] heeft psychische problemen, waaronder psychoses, en valt eiseres regelmatig verbaal en fysiek aan. Daarnaast stellen eiseres en haar dochter dat zij een heel hechte band hebben.
Bestreden besluit
5. Verweerder heeft aan de afwijzing ten grondslag gelegd dat er geen familieleven in de zin van artikel 8 van het Verdrag betreffende de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden (EVRM) bestaat tussen eiseres en referente. Er is namelijk geen sprake van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie. De situatie tussen eiseres en [Zoon] is onvoldoende om dit aan te nemen. Hiertoe heeft verweerder onder meer overwogen dat nu wordt gesteld dat de vader van [Zoon] voor hem kan zorgen als eiseres in Nederland is, niet wordt ingezien waarom hij eiseres nu ook al niet kan ontlasten. Verder stelt verweerder dat eiseres in staat is zichzelf te beschermen tegen [Zoon] omdat zij hulp voor hem heeft gezocht, en dat zij er bovendien zelf voor heeft gekozen om hem bij haar te laten wonen. Eiseres kan ook door referente in haar zorgen worden ondersteund door soms in Nederland op bezoek te gaan, en referente haar in Suriname laten bezoeken. Verder acht verweerder van belang dat referente al sinds 2007 zonder eiseres in Nederland woont. Dat referente eiseres financieel ondersteunt maakt niet dat sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie, omdat dit ook op afstand kan plaatsvinden. De belangenafweging die verweerder vervolgens heeft verricht valt in het nadeel van eiseres uit. In het voordeel van eiseres weegt dat zij de Nederlandse nationaliteit heeft gehad, geen antecedenten heeft, een geldig paspoort heeft en dat referente over voldoende middelen van bestaan beschikt. Aan dat laatste wordt echter geen doorslaggevend gewicht toegekend omdat een beroep zal worden gedaan op door de overheid betaalde voorzieningen zoals gezondheidszorg en infrastructuur. Zwaar in het nadeel werkt verder dat geen sprake is van familieleven in de zin van artikel 8 van het EVRM. Bovendien bestaan er geen objectieve belemmeringen en is geen sprake van een certain degree of hardship om het gezinsleven in Suriname uit te oefenen. Tot slot werkt in het nadeel van eiseres dat referente haar kan blijven ondersteunen zoals zij dat de afgelopen jaren ook al doet.
Familieleven
6. Eiseres betoogt dat wel sprake is van familieleven tussen haar en referente. Eiseres en referente hebben een heel hechte band. Er is dagelijks telefonisch contact en een zeer intensieve betrokkenheid van referente bij eiseres. Referente is de enige bij wie eiseres zich op haar gemak kan voelen. Dat er afspraken met de vader van [Zoon] zijn gemaakt over het dragen van de zorg als eiseres naar Nederland zou komen, betekent niet dat de lasten die zij nu ondervindt vanwege de nabijheid van haar zoon daarmee weggenomen zijn. De enkele uitgesproken wens van referente naar haar vader toe levert namelijk nog geen daadwerkelijke ontlasting van de ondersteuning op. Bovendien kan de vader niet op dagelijkse basis voor [Zoon] zorgen. Verder voert eiseres aan dat het feit dat zij het recht heeft om hulp van de politie in te roepen als zij zich bedreigd voelt door [Zoon] , nog niet betekent dat zij daar op dat moment daadwerkelijk toe in staat is. Ook komt de politie niet altijd als eiseres ze belt. Eiseres begrijpt daarnaast niet op welke manier referente haar in haar zorgen kan ondersteunen door elkaar te bezoeken.
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat niet is gebleken dat er een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en referente bestaat. Eiseres heeft als belangrijkste reden voor deze band de problemen die zij ervaart met haar zoon [Zoon] naar voren gebracht. Verweerder heeft echter mogen stellen dat deze problemen met
[Zoon]niet maken dat zij een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie met
referenteheeft. Hoewel het begrijpelijk is dat referent haar moeder graag wil ondersteunen bij deze problemen, betekent dit niet dat hun band zo bijzonder is dat van een bijzondere afhankelijkheid sprake is die de normale emotionele banden overstijgt. Verweerder heeft bij dit standpunt ook mogen overwegen dat de vader van [Zoon] ook kan helpen met de ondersteuning van [Zoon] . Eiseres heeft namelijk naar voren gebracht dat hij is gevraagd te helpen met de zorg als zij in Nederland verblijft.
Verweerder heeft mogen stellen dat niet duidelijk is geworden waarom het voor de vader niet mogelijk is om zorg te dragen terwijl eiseres nog in Suriname woont. Dat eiseres de politie kan bellen als zij problemen met [Zoon] ondervindt heeft verweerder ook van belang mogen achten. Verweerder heeft dit in een breder kader van belang geacht, namelijk dat eiseres in staat is hulp in te schakelen nu [Zoon] opgenomen is geweest, behandeld wordt door een psychiater en er een bevel is van de rechter dat eiseres het recht geeft om direct hulp in te roepen van de politie als zij zich bedreigd voelt door [Zoon] . Dat eiseres het lastig vindt om die hulp in te roepen en de politie niet altijd (direct) komt, betekent niet dat verweerder dit niet van belang heeft mogen vinden. Ook heeft verweerder mogen stellen dat de mentale ondersteuning die referente aan eiseres biedt, ook plaats kan vinden door elkaar regelmatig op te zoeken en door telefonisch contact te onderhouden. Ook op deze manier kunnen ze het namelijk hebben over de zorgen die eiseres voelt. De rechtbank begrijpt dat eiseres en referente een hechte band hebben en dat zij elkaar veel spreken. Dit is echter niet voldoende om een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie aan te nemen. Daarvoor moeten er meer bijzondere omstandigheden spelen. Verweerder heeft zich op het standpunt mogen stellen dat daar onvoldoende van is gebleken. Daarom heeft verweerder mogen stellen dat geen sprake is van familieleven tussen eiseres en referente in de zin van artikel 8 van het EVRM. De beroepsgrond slaagt niet.
Belangenafweging
8. Eiseres voert verder aan dat de belangenafweging in haar voordeel had moeten uitvallen. Het gezinsleven tussen eiseres en referente kan niet in Suriname worden uitgeoefend. Referente heeft een baan in Nederland, een niet uit Suriname afkomstige partner en een hier studerende dochter. Ook staat niet vast dat referente in Suriname zal worden toegelaten. Verder heeft verweerder niet mee mogen laten wegen dat eiseres een beroep zal doen op door de overheid betaalde voorzieningen zoals gezondheidszorg en infrastructuur. Dit is namelijk een onzekere toekomstige gebeurtenis. Bovendien zal het nadeel van Nederland door het doen van een beroep op de infrastructuur in Nederland vrijwel nihil zijn.
9. De rechtbank is van oordeel dat verweerder voldoende kenbaar alle feiten en omstandigheden die van belang zijn bij de belangenafweging heeft onderzocht en gewogen, en die belangenafweging in het nadeel van eiseres heeft mogen laten uitvallen. Verweerder heeft groot gewicht mogen toekennen aan de omstandigheid dat geen sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en referente, zoals overwogen onder
7. Ook heeft verweerder mogen stellen dat niet is gebleken van een objectieve belemmering om het gezinsleven in Suriname uit te oefenen. De stelling van eiseres dat niet vaststaat dat referente in Suriname zou worden toegelaten heeft verweerder hiervoor onvoldoende mogen achten. Het is namelijk aan de vreemdeling om aannemelijk te maken dat hij of zij niet in een land wordt toegelaten.1 Daar is eiseres met deze enkele stelling niet in geslaagd. Dat referente in Nederland werkt en hier een partner en studerende dochter heeft, heeft verweerder ook onvoldoende mogen vinden voor het aannemen van een objectieve belemmering. In het geval dat deze omstandigheden wel een certain degree of hardship zouden opleveren, heeft verweerder nog steeds de belangenafweging niet in het voordeel van eiseres hoeven laten uitvallen. Zoals verweerder ter zitting heeft toegelicht, hoeven eiseres en referente - nu er geen meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen hen
1. Zie bijvoorbeeld Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 15 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1269.
bestaat - niet samen te wonen. Zij kunnen hun relatie op de huidige manier voortzetten, namelijk door elkaar te bezoeken en door via de telefoon contact te onderhouden. Verder heeft verweerder het economisch belang van de Nederlandse staat in het nadeel van eiseres mogen laten meewegen. Dat referente voldoende inkomen heeft om haar en eiseres te onderhouden staat hier niet aan in de weg. Het economisch belang ziet namelijk ook op door de overheid betaalde voorzieningen zoals gezondheidszorg en infrastructuur en verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat aannemelijk is dat eiseres hierop aanspraak zal maken. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen mvv krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Ruizendaal - van der Veen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
24 augustus 2023

Documentcode: [documentcode]

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.