ECLI:NL:RBDHA:2023:12913

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 augustus 2023
Publicatiedatum
30 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.20923
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening en proceskostenveroordeling in asielzaak

In de zaak met zaaknummer NL23.20923 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Roemenië verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielverzoek. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 8 augustus 2023 was verzoeker niet aanwezig, maar verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak (zaaknummer NL23.20922), een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Echter, omdat de uitkomst van de bodemzaak in het voordeel van verzoeker was, werd verweerder wel veroordeeld tot het betalen van de proceskosten die verzoeker had gemaakt. De kosten werden vastgesteld op € 837,00, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 augustus 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter, mr. P.J.M. Mol, heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van griffier mr. S.J. Valk.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.20923
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A.P.E.M. Pover), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. S. Vreugdehil-Brock).

Procesverloop

Bij besluit van 17 juli 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.20922, op 8 augustus 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.20922, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 837,00 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
15 augustus 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.