ECLI:NL:RBDHA:2023:12900

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 augustus 2023
Publicatiedatum
30 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.11482
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag met betrekking tot risico op seksuele uitbuiting en algemene veiligheidssituatie in Somalië

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, is de asielaanvraag van eiseres afgewezen. Eiseres, geboren in 2005 en afkomstig uit Mogadishu, Somalië, had haar aanvraag ingediend op 16 september 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 29 maart 2023 afgewezen, wat eiseres in beroep aanvocht. De rechtbank heeft het beroep op 14 juli 2023 behandeld. Eiseres stelde dat zij risico liep op een gedwongen huwelijk met een leider van een lokale groepering, maar de staatssecretaris oordeelde dat er geen bewijs was dat zij daadwerkelijk in gevaar was. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat eiseres niet in aanmerking kwam voor asiel, gezien de aanwezigheid van familieleden in Somalië en de algemene veiligheidssituatie in Mogadishu. De rechtbank had eerder een besluit van de staatssecretaris vernietigd omdat niet was onderzocht of eiseres als minderjarige bij terugkeer opvang had. In het huidige besluit werd echter gesteld dat er voldoende opvangmogelijkheden waren bij haar familie. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht ongegrond had verklaard, en dat er geen reden was om aan te nemen dat de veiligheidssituatie in Somalië zo verslechterd was dat eiseres ernstig gevaar liep bij terugkeer. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 5 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.11482

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1] , eiseres

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.C.Ch. Kneuvels),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. Y. Rikken).

Inleiding

1. Bij besluit van 29 maart 2023 (hierna: bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van eiseres afgewezen.
2. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
3. De rechtbank heeft dit beroep op 14 juli 2023 op zitting behandeld in Middelburg. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris. Als tolk was aanwezig Y.H. Mohammed.

Beoordeling door de rechtbank

4. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit. Dit doet zij aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
5. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
6. Eiseres heeft haar asielaanvraag op 16 september 2021 ingediend. Op 14 april 2022 heeft de staatssecretaris de aanvraag afgewezen. Dat besluit is op 12 augustus 2022 door deze rechtbank (zittingsplaats Middelburg) vernietigd. [1] Met het bestreden besluit heeft de staatssecretaris opnieuw op de aanvraag beslist.
7. Eiseres heeft bij haar asielaanvraag gesteld dat zij is geboren op [geboortedatum] 2005 en dat zij de Somalische nationaliteit heeft. Zij is afkomstig uit Mogadishu. Als reden voor de aanvraag heeft eiseres opgegeven dat zij in Somalië is benaderd voor een huwelijk met een leider van [naam 2] . De staatssecretaris gelooft deze verklaringen, maar stelt dat eiseres op grond hiervan niet in aanmerking komt voor asiel. Eiseres heeft met haar verklaringen namelijk niet aannemelijk gemaakt dat in haar geval sprake is van een reden voor vervolging zoals bedoeld in het Vluchtelingenverdrag. [2] Evenmin heeft zij bij terugkeer naar Somalië te vrezen om terecht te komen in een situatie waarin zij (op een andere manier) ernstig gevaar loopt. De staatssecretaris gaat er hierbij van uit dat eiseres niet hoeft te vrezen voor een gedwongen huwelijk. Het is namelijk niet gebleken dat zij vóór haar vertrek uit Somalië daadwerkelijk is gedwongen tot een huwelijk of dat zij problemen heeft ondervonden van de zijde van [naam 2] . Overigens kan eiseres zich in Mogadishu onttrekken aan het risico op gedwongen uithuwelijking omdat [naam 2] daar geen controle heeft. Daarnaast stelt de staatssecretaris dat eiseres in Somalië geen risico loopt als alleenstaande vrouw omdat zij meerdere familieleden heeft in Somalië. Ten slotte is volgens de staatssecretaris de algemene veiligheidssituatie in Mogadishu niet zo slecht dat een willekeurig iemand alleen al door daar te zijn ernstig gevaar loopt. [3]
8. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 12 augustus 2022 gezegd dat het inderdaad niet aannemelijk is dat eiseres asiel nodig heeft. De staatssecretaris had namelijk terecht aangenomen dat eiseres niet heeft te vrezen voor een gedwongen uithuwelijking. Verder was eiseres gelet op haar in Somalië aanwezige familieleden niet te beschouwen als een alleenstaande vrouw. Ten slotte was niet gebleken van een algemeen onveilige situatie in Mogadishu. De rechtbank heeft de eerdere beslissing op de asielaanvraag van eiseres echter vernietigd omdat de staatssecretaris ten onrechte niet had onderzocht of eiseres als (destijds) minderjarige bij terugkeer in Somalië daadwerkelijk kon worden opgevangen.
De rechtbank heeft de staatssecretaris vervolgens opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog dit onderzoek uit te voeren en opnieuw te beslissen op de aanvraag.
9. In het nu bestreden besluit houdt de staatssecretaris vast aan de afwijzing van de asielaanvraag om dezelfde redenen als in het eerder vernietigde besluit. Verder heeft de staatssecretaris gesteld dat uit de verklaringen van eiseres tijdens het aanmeldgehoor van 23 juli 2021 en het nader gehoor van 13 januari 2022 volgt dat eiseres als minderjarige in elk geval toereikende opvang had bij haar opa en oma in Shibis (Mogadishu). Of zij destijds ook door haar vader in Somalië kon worden opgevangen, heeft de Dienst Terugkeer en Vertrek niet nader kunnen onderzoeken.
10. Vaststaat dat de staatssecretaris niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn heeft beslist. Eiseres stelt dat zij het daarmee niet eens is, maar dat kan niet leiden tot een geslaagd beroep. Eiseres had met een beroep op de gestelde beslistermijn mogelijk kunnen afdwingen dat de staatssecretaris eerder een nieuw besluit had genomen. Nu dit besluit er ligt, kan eiseres in dit opzicht niets meer bereiken. Dat eiseres meent dat de staatssecretaris bewust heeft gewacht met het nemen van het nieuwe besluit, kan hier niets aan veranderen.
11. Eiseres heeft aangevoerd dat zij, nu zij meerderjarig is, bij terugkeer in Somalië moet worden beschouwd als een alleenstaande vrouw. Op grond van het beleid van de staatssecretaris wordt aan een alleenstaande vrouw uit Somalië in de regel een asielvergunning verleend. Ook volgt uit het beleid van de staatssecretaris dat er geen binnenlands beschermingsalternatief aanwezig is in Somalië voor vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor (seksuele) geweldpleging.
13. Zoals de rechtbank ook in haar eerdere uitspraak al heeft gezegd, heeft de staatssecretaris terecht uit de verklaringen van eiseres afgeleid dat zij nog verschillende familieleden in Somalië heeft. In het bestreden besluit is gewezen op de aanwezigheid van haar vader, opa en oma. Dat eiseres heeft verklaard dat zij nu niet meer weet waar haar vader is, is onvoldoende om te moeten aannemen dat haar vader niet in Somalië verblijft. In beroep stelt zij dat haar vader verdwenen is, maar dat heeft zij niet verder aannemelijk gemaakt. Voordat eiseres meerderjarig werd, had zij ook contact met haar oma, die wist te vertellen hoe het met de vader van eiseres ging. Eiseres heeft niet aannemelijk kunnen maken dat dit contact nu niet meer mogelijk is. Daarnaast heeft de staatssecretaris er op gewezen dat eiseres in Somalië een stiefmoeder, halfbroers en tenminste zes ooms en tantes heeft van vaderskant. Uit de verklaringen van eiseres tijdens de mondelinge behandeling van het beroep volgt dat ook sprake is van contact met een tante. Via haar zou eiseres hebben gehoord dat haar opa recent is overleden. Dit heeft eiseres overigens niet nader onderbouwd. Ook verder heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat zij geen mannelijke familieleden meer zou hebben, zoals zij stelt in het beroepschrift.
12. In de eerdere uitspraak heeft de rechtbank al gezegd dat eiseres voor haar vertrek geen problemen heeft ondervonden van de zijde van [naam 2] . Er is geen reden om dat nu anders te beoordelen. Eiseres heeft daarmee dus ook niet aannemelijk gemaakt dat zij slachtoffer is van seksuele uitbuiting en misbruik of dat zij bij terugkeer het risico loopt om daarvan slachtoffer te worden.
13. Eiseres heeft een beroep gedaan op het Algemeen Ambtsbericht Somalië van juni 2023. [4] Zij heeft daarmee echter niet aannemelijk gemaakt dat de algemene veiligheidssituatie in Mogadishu nu zo is verslechterd dat moet worden aangenomen dat een willekeurig iemand alleen al door daar te zijn ernstig gevaar loopt. Het Ambtsbericht vermeldt dat [naam 2] al jaren geen delen van Mogadishu onder feitelijke controle heeft. Wel houdt de groepering er een aanzienlijk netwerk van leden en informanten, wat hen in staat stelt – voornamelijk gerichte – aanslagen uit te voeren. Daarbij vallen ook burgerslachtoffers. De voornaamste doelwitten van de aanslagen zijn de autoriteiten en iedereen die met hen in verband wordt gebracht. [5] De veiligheidssituatie in Mogadishu verslechterde in 2022 door een toename van het aantal geweldsincidenten van 509 in 2021 naar 709 in 2022 en 179 incidenten in het eerste kwartaal van 2023. Deze toename hield ook verband met in 2022 in Somalië gehouden verkiezingen. De toename van het geweld is geen reden om anders dan voorheen aan te nemen dat iemand alleen al door zijn aanwezigheid in Mogadishu te vrezen heeft voor zijn leven.
14. Ten slotte volgt uit het bestreden besluit dat volgens de staatssecretaris ook voor eiseres als minderjarige in Somalië voldoende opvangmogelijkheden door familieleden bestonden. De staatssecretaris verwijst hiervoor naar de eigen verklaringen van eiseres. De rechtbank volgt daarom niet de opmerking van eiseres in het aanvullend beroepschrift dat de staatssecretaris het bestaan destijds van toereikende opvang niet heeft onderzocht.

Conclusie en gevolgen

De staatssecretaris heeft de asielaanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.
De staatssecretaris hoeft daarom aan eiseres geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde
publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Uitspraak op het beroep met nummer NL22.6917.
2.Voluit: Verdrag van Genève betreffende de status van Vluchtelingen, van 28 juli 1951.
3.Dit is de situatie zoals beschreven in artikel 15c van de Kwalificatierichtlijn (Richtlijn 2011/95/EU).
4.Algemeen Ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken over Somalië van juni 2023.
5.Algemeen Ambtsbericht, pagina 18 van 91.