ECLI:NL:RBDHA:2023:12898

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
30 augustus 2023
Zaaknummer
NL 22.21719 VK
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Nigeriaanse vrouw, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, om bij haar echtgenoot, die de Soedanese nationaliteit heeft en een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd bezit, te kunnen verblijven. De aanvraag werd op 6 mei 2022 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, en er werd een inreisverbod van twee jaar opgelegd. Verzoekster maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar dit werd op 19 oktober 2022 ongegrond verklaard. Hierop heeft zij beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om haar uitzetting te verbieden totdat op het beroep was beslist.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 20 april 2023 behandeld, waarbij verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de verweerder. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening te treffen, aangezien de rechtbank op dezelfde dag op het beroep heeft beslist. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en verzoekster krijgt het betaalde griffierecht niet terug, noch een vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.21719
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster, V-nummer: [V-nummer] ,

en haar minderjarige zoon
[minderjarige] ,V-nummer: [V-nummer] , hierna gezamenlijk te noemen: verzoekster,
(gemachtigde: mr. D.P.J. Cain),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M.K. Ruijzendaal).

Inleiding

Verzoekster is geboren op [geboortedatum] 1984 en heeft de Nigeriaanse nationaliteit. Zij is gehuwd met [referent] (de referent), die tevens de vader van haar zoontje is. De referent heeft de Soedanese nationaliteit en is in het bezit van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd. Op 28 januari 2022 heeft verzoekster een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, voor verblijf bij referent op grond van artikel 8 van het Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
In het besluit van 6 mei 2022 heeft verweerder deze aanvraag afgewezen. Tevens heeft verweerder aan verzoekster een inreisverbod van twee jaar opgelegd. Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
In het besluit van 19 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder dit bezwaar ongegrond verklaard. Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld (zaaknummer NL22.21717). Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met zaaknummer NL22.21717, op 20 april 2023 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, vergezeld door referent en bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen P. Abdelnour. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. De gevraagde voorziening strekt ertoe de uitzetting te verbieden totdat is beslist op het beroep. Er is geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, omdat de rechtbank bij uitspraak van heden op dit beroep heeft beslist.
2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af. Verzoekster krijgt het betaalde griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M. van Luijk-Salomons, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
19 juli 2023

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.