ECLI:NL:RBDHA:2023:1289
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublin-regelgeving
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2023 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelde dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublin-verordening. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 8 december 2022, waarin werd gesteld dat Italië verantwoordelijk was voor de asielaanvraag. Tijdens de zitting op 2 februari 2023 waren eiser en zijn gemachtigde niet aanwezig, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris wel aanwezig was.
De rechtbank heeft overwogen dat eiser niet heeft aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die maken dat Italië zijn internationale verplichtingen niet nakomt. Eiser stelde dat er aanzienlijke tekortkomingen zijn in de opvang en leefomstandigheden van asielzoekers in Italië, maar de rechtbank oordeelde dat deze stellingen niet voldoende waren onderbouwd met bewijs. De rechtbank benadrukte dat het aan eiser is om aannemelijk te maken dat de situatie in Italië anders is dan het interstatelijk vertrouwensbeginsel veronderstelt. Aangezien eiser hierin niet is geslaagd, werd het beroep ongegrond verklaard.
De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen een week na bekendmaking in hoger beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.