ECLI:NL:RBDHA:2023:12887
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak
Op 25 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen verzoekster en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Verzoekster had op 12 augustus 2021 een aanvraag ingediend voor wijziging van haar verblijfsvergunning van het doel 'arbeid' naar 'verblijf bij partner'. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris op 3 februari 2022 afgewezen. Het bezwaar van verzoekster tegen deze afwijzing werd op 20 januari 2023 ongegrond verklaard. Hierop heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat partijen niet voor een zitting worden uitgenodigd, omdat dit op grond van artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat er op 23 augustus 2023 uitspraak was gedaan in het beroep, waardoor de connexiteit met de bodemprocedure niet meer aanwezig was. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, aangezien de gronden van het verzoek gelijk waren aan die van het beroep, waarvoor al een proceskostenvergoeding was toegekend aan verzoekster.
De uitspraak is openbaar gemaakt en verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak is geen verzet of hoger beroep mogelijk.