ECLI:NL:RBDHA:2023:12884
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking verblijfsvergunning regulier wegens verplaatsing hoofdverblijf buiten Nederland en verschoonbaarheid van te laat ingediend bezwaarschrift
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiseres, geboren in 1991 met de Marokkaanse nationaliteit, had sinds 2012 een verblijfsvergunning regulier onder de beperking 'niet-tijdelijk humanitaire gronden'. Deze vergunning werd ingetrokken omdat eiseres haar hoofdverblijf buiten Nederland had verplaatst. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar verblijfsvergunning, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De rechtbank oordeelt dat het de eigen verantwoordelijkheid van eiseres was om tijdig haar adreswijziging door te geven en dat zij geen bijzondere omstandigheden heeft aangetoond die de termijnoverschrijding rechtvaardigen.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de intrekking van de verblijfsvergunning en de afwijzing van de aanvragen tot verlenging daarvan op goede gronden zijn gedaan. Eiseres krijgt geen vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.