ECLI:NL:RBDHA:2023:12883
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M. van Nooijen
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak zonder spoedeisend belang
In deze zaak heeft de verzoeker, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier onder de beperking ‘arbeid als zelfstandige’ ingediend op 27 september 2022. Deze aanvraag is door de verweerder afgewezen met een besluit van 20 december 2022. Hiertegen heeft de verzoeker bezwaar gemaakt en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de verweerder verboden zou worden om verzoeker uit te zetten totdat op het bezwaarschrift was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 23 augustus 2023 behandeld. Tijdens de zitting waren beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De reden hiervoor was het ontbreken van spoedeisend belang. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen concrete voornemens tot uitzetting van verzoeker uit Nederland bestaan, waardoor verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening. De mogelijkheid van uitzetting is op dat moment nog een onzekere toekomstige gebeurtenis en kan daarom niet als spoedeisend worden beschouwd.
Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 augustus 2023 door de voorzieningenrechter, mr. M. van Nooijen, in aanwezigheid van de griffier, mr. M.J.J. Roks. Tegen deze uitspraak is geen verzet of hoger beroep mogelijk.