ECLI:NL:RBDHA:2023:1288
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens overschrijding termijn gronden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2023 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat de asielaanvraag niet-ontvankelijk is, omdat eiser de gronden van zijn beroep te laat heeft ingediend. Eiser had op 9 december 2022 een besluit ontvangen waarin werd gesteld dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielaanvraag. Eiser werd verzocht om binnen vijf werkdagen gronden van beroep in te dienen, maar heeft dit pas op 21 januari 2023 gedaan, wat de gestelde termijn overschreed. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verontschuldiging voor deze overschrijding is gegeven.
De rechtbank heeft verder overwogen dat, hoewel er in bepaalde gevallen uitzonderingen kunnen zijn op de procedureregels, er in dit geval geen bijzondere feiten of omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan binnen een week na bekendmaking worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.