Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die bezwaar heeft gemaakt tegen zijn feitelijke uitzetting, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. Het bestreden besluit, dat op 1 mei 2023 is genomen, verklaarde de asielaanvraag van de verzoeker als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en zijn bezwaarschrift tegen de feitelijke overdracht aan de rechtbank ingediend. De voorzieningenrechter heeft dit bezwaar aangemerkt als een verzoek om een voorlopige voorziening tijdens het beroep. Op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft de voorzieningenrechter zonder zitting uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.13825) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens is bepaald dat de verweerder geen proceskosten hoeft te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.