ECLI:NL:RBDHA:2023:12852

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 augustus 2023
Publicatiedatum
29 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.22160
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaar tegen feitelijke uitzetting als verzoek om voorlopige voorziening afgewezen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die bezwaar heeft gemaakt tegen zijn feitelijke uitzetting, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. Het bestreden besluit, dat op 1 mei 2023 is genomen, verklaarde de asielaanvraag van de verzoeker als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en zijn bezwaarschrift tegen de feitelijke overdracht aan de rechtbank ingediend. De voorzieningenrechter heeft dit bezwaar aangemerkt als een verzoek om een voorlopige voorziening tijdens het beroep. Op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft de voorzieningenrechter zonder zitting uitspraak gedaan.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.13825) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens is bepaald dat de verweerder geen proceskosten hoeft te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.22160

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M.K. Bhadai),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 1 mei 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft het op 31 juli 2023 door verzoeker ingediende bezwaarschrift tegen zijn feitelijke overdracht aan de rechtbank doorgezonden en verzocht het bezwaar aan te merken als een verzoek om voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het bezwaar aangemerkt als een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening tijdens beroep.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.13825, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af als kennelijk ongegrond.
2. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.