ECLI:NL:RBDHA:2023:12833

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
28 augustus 2023
Zaaknummer
C/09/647152 / KG ZA 23-369
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Aanbestedingsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van gunningscriteria in aanbestedingsprocedure en geheimhouding processtukken

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de maatschap Kris Kras Context, Content and Design en de Dienst Wegverkeer (RDW) over de gunningsbeslissing van een aanbestedingsprocedure voor contentproductie en magazines. Kris Kras had zich ingeschreven voor de opdracht, maar de RDW had besloten de opdracht aan iO te gunnen. Kris Kras vorderde de intrekking van de gunningsbeslissing en stelde dat de RDW beoordelingsfouten had gemaakt bij de beoordeling van haar inschrijving. De rechtbank oordeelde dat Kris Kras niet aannemelijk had gemaakt dat de beoordeling van de gunningscriteria onbegrijpelijk was of dat er procedurele of inhoudelijke onjuistheden waren die de gunningsbeslissing in gevaar konden brengen. De voorzieningenrechter benadrukte dat de beoordelingscommissie deskundigheid heeft en dat de rechter slechts ingrijpt bij evidente onjuistheden. De vorderingen van Kris Kras werden afgewezen, en de RDW werd in het gelijk gesteld. De kosten van de procedure werden toegewezen aan Kris Kras, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team handel - voorzieningenrechter
Zaaknummer: C/09/647152 / KG ZA 23-369
Vonnis in kort geding van 19 juli 2023
in de zaak van

1.de maatschap KRIS KRAS CONTEXT, CONTENT AND DESIGN te Utrecht,2. RVG MEDIA & IMPACT B.V./FNKE te Arnhem,

eisende partijen,
hierna samen te noemen: Kris Kras,
advocaat: mr. L. Bozkurt te Rotterdam,
tegen
DIENST WEGVERKEERte Zoetermeer,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de RDW,
advocaat: mr. M.M. Fimerius te Rijkswijk,
waarin is tussengekomen
IO THE NETHERLANDS B.V.te ’s-Hertogenbosch,
hierna te noemen: iO
advocaat: mr. A.H. Klein Hofmeijer te Rotterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 mei 2023, met producties en een aanvullende productie;
- de conclusie van antwoord;
- de incidentele conclusie houdende een verzoek tot tussenkomst, subsidiair houdende een verzoek tot voeging van iO.
1.2.
De mondelinge behandeling is gehouden op 3 juli 2023. De advocaten van de drie partijen hebben ter zitting pleitnotities overhandigd die in het dossier zijn gevoegd. Vonnis is nader bepaald op vandaag.
2. Incident tot tussenkomst, dan wel voeging en beslissing op terbeschikkingstelling stukken
2.1.
iO heeft gevorderd te mogen tussenkomen in de procedure tussen Kris Kras en de RDW dan wel zich te mogen voegen aan de zijde van de RDW. Kris Kras en de RDW hebben verklaard hiertegen geen bezwaar te hebben, zij het dat Kris Kras hieraan voorwaarden heeft verbonden met betrekking tot de geheimhouding van (volgens haar bedrijfsvertrouwelijke) stukken. Deze voorwaarden houden geen verband met de gevraagde procesdeelname zelf en zullen hierna worden inhoudelijk worden beoordeeld. Verder is aannemelijk dat iO voldoende belang heeft zich te mengen in dit kort geding in verband met de nadelige gevolgen die zij van een uitspraak in de hoofdzaak kan ondervinden. iO heeft (voor de hoofdzaak) een voorwaardelijke vordering aangekondigd, strekkende tot instandhouding van de genomen gunningsbeslissing. Zij wordt daarom, zoals primair door haar gevorderd, toegelaten als tussenkomende partij.
2.2.
In de aanloop naar dit kort geding heeft Kris Kras geweigerd om aan iO een niet-geredigeerd exemplaar van de dagvaarding en een complete set producties te verschaffen. In plaats daarvan heeft zij een dagvaarding verstrekt waarin alle verwijzingen naar haar inschrijving en de motivering van de gunningsbeslissing waren weggelaten en ook heeft zij slechts een deel van de producties aan iO verstrekt. De RDW heeft haar conclusie van antwoord wel aan iO verstrekt. In deze conclusie van antwoord heeft de RDW enkele woorden weggelakt, daar waar de inschrijfprijs of concrete kenmerken van de inschrijving van Kris Kras stonden vermeld. Enkele dagen voor de mondelinge behandeling heeft Kris Kras aan de rechtbank en aan de RDW een aanvullende productie (19) verstrekt met daarin een schematische weergave van haar inschrijving en de gunningsbeslissing. Kris Kras heeft deze productie niet doen toekomen aan iO en de overlegging van deze productie evenmin bij haar aangekondigd. iO heeft de voorzieningenrechter daarom verzocht om vonnis te wijzen op basis van de dagvaarding, de door haar ontvangen producties, de geredigeerde conclusie van antwoord en het verhandelde ter zitting. Hiertegenover heeft Kris Kras zich op het standpunt gesteld dat alle onleesbaar gemaakte passages bedrijfsvertrouwelijk zijn, maar dat ze geen bezwaar heeft tegen de aanwezigheid van iO op de zitting.
2.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter beslist dat Kris Kras alsnog iO in de gelegenheid moet stellen om kennis te nemen van de complete dagvaarding en de producties (met uitzondering van de inschrijving van Kris Kras), waarbij het Kris Kras is toegestaan om uitsluitend evident vertrouwelijke informatie, zoals de inschrijfprijs, en zeer bijzondere concurrentiegevoelige kenmerken, zoals extra diensten, onleesbaar te maken. In dit verband heeft de voorzieningenrechter voorgesteld om de zaak voor korte tijd aan te houden teneinde Kris Kras de gelegenheid te geven haar processtukken dienovereenkomstig aan te passen. Hierop heeft iO verklaard dat zij haar verzoek om slechts op de aan haar reeds verstrekte stukken recht te doen intrekt, onder de voorwaarde dat voormelde beslissing over de mate van onleesbaar maken van delen van de processtukken in dit vonnis wordt opgenomen. Vervolgens zijn partijen op praktische gronden overeengekomen dat uitsluitend de advocaat van iO (en niet de aanwezigen namens iO zelf) en alleen tijdens de zitting de beschikking krijgt over de (niet-geredigeerde) productie 19 van Kris Kras, waarna de behandeling aldus heeft plaatsgevonden.

3.De feiten

3.1.
Op 1 februari 2023 heeft de RDW de aankondiging gedaan voor de Europese openbare aanbestedingsprocedure voor de opdracht ‘Contentproductie en magazines’ (hierna: de Opdracht). Op de aanbestedingsprocedure is de Aanbestedingswet 2012 (Aw 2012) van toepassing.
3.2.
De RDW brengt vier magazines uit. De Opdracht bestaat uit het maken van contentplannen, het ontwikkelen, plannen (ook van de uitgave van magazines), schrijven, redigeren en vormgeven van content (in lijn met de strategie van de RDW) welke door opdrachtnemer deels wordt verwerkt in (communicatie)middelen, waarbij de RDW de regie heeft en opdrachtnemer aanstuurt met betrekking tot de op te leveren content.
3.3.
De Opdracht is omschreven in de het Aanbestedingsdocument 214579 Contentproductie en magazines (hierna: de Offerteaanvraag) en in de Nota van Inlichtingen.
3.4.
Het gunningscriterium is de ‘economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding’. De gunningssystematiek bestaat uit fictieve kortingen die in mindering worden gebracht op de inschrijfprijs van de betreffende inschrijver. Hoe hoger de score op de kwalitatieve criteria, hoe meer korting. De inschrijver met de laagste fictieve inschrijfprijs is de inschrijver met de beste prijs-kwaliteitverhouding.
3.5.
In de Offerteaanvraag staan de volgende kwalitatieve gunningscriteria:
Gunningscriterium 1.1: Het in te zetten team en uitvoering opdracht (€ 100.000,-)
Gunningscriterium 1.2: Het in te zetten team en uitvoering opdracht (€ 350.000,-)
Gunningscriterium 2: Casus personeelsmagazine Katalysator (€ 600.000,-)
Gunningscriterium 3: Visie op contentstrategie (€ 600.000,-)
Voor deze gunningscriteria zijn beoordelingspunten geformuleerd. Deze gunningscriteria worden beoordeeld door een beoordelingscommissie bestaande uit drie beoordelaars, afkomstig van de afdeling communicatie van de RDW.
3.6.
In de Offerteaanvraag staat vermeld dat de beoordelingscommissie voor de subgunningscriteria 1.2, 2 en 3 de volgende punten kan geven:

10 Uitstekend (100% aftrek)
Het door Inschrijver gegeven antwoord is uitstekend, goed uitgewerkt, inhoudelijk zeer relevant en biedt veel meerwaarde. De invulling overtreft de verwachtingen van de RDW met betrekking tot de desbetreffende vraag.
8 Goed (75% aftrek)
Het door Inschrijver gegeven antwoord is goed uitgewerkt, inhoudelijk relevant en biedt
meerwaarde voor de RDW. De invulling voldoet ruim aan de verwachtingen van de RDW met betrekking tot de desbetreffende vraag.
6 Voldoende (50% aftrek)
Het door Inschrijver gegeven antwoord is voldoende uitgewerkt en inhoudelijk (enigszins)
relevant, maar biedt geen of weinig meerwaarde. De invulling voldoet aan het in de
Offerteaanvraag gestelde met betrekking tot de desbetreffende vraag.
4 Matig (25% aftrek)
Het door Inschrijver gegeven antwoord is onvoldoende uitgewerkt: een of enkele significante onderdelen ontbreken. De invulling voldoet onvoldoende aan het in de Offerteaanvraag gestelde met betrekking tot de desbetreffende vraag.
(...)
3.7.
Voor de Opdracht hebben zich tien partijen ingeschreven, waaronder Kris Kras en iO.
3.8.
Bij brief van 12 april 2023 heeft de RDW aan Kris Kras meegedeeld dat haar inschrijving de tweede plaats heeft behaald en dat zij voornemens is de Opdracht te gunnen aan iO. De bijlage bij de brief bevat de scores en de motivering van de beoordeling van de kwaliteit van de inschrijving van Kris Kras.
3.9.
Op gunningscriterium 1.2 heeft Kris Kras een “goed” gescoord. Met betrekking tot deze beoordeling vermeldt de gunningsbeslissing, naast een aantal met zoveel woorden benoemde positieve punten onder meer het volgende, (waarbij de voorzieningenrechter mogelijk vertrouwelijke informatie heeft weggelaten en heeft vervangen door haken):

De Opdrachtgever mist de concrete uitwerking van de samenwerking na het uitbrengen van de uitgaven. Er wordt gesproken over samenwerking maar deze lijkt gericht op strategisch niveau. Opdrachtgever zou een intensievere samenwerking willen.

Betreft de kop ‘standaardisatie in beeld vorm en documentatie’ heeft Opdrachtgever enkele vragen en onduidelijkheden over de vaste pool van […]. Wordt deze pool aangeboden door de Inschrijver of ligt de verwachting dat deze bij de Opdrachtgever aanwezig is. Waar Opdrachtgever ervan uit gaat dat Opdrachtnemer deze vaste pool aanbiedt.
3.10.
Voor gunningscriterium 2 heeft Kris Kras een “voldoende” gescoord. Met betrekking tot deze beoordeling vermeldt de gunningsbeslissing onder meer het volgende:

Inschrijver laat zien door de vormgeving van andere partijen te laten zien dat zij vaardig zijn. Welke vernieuwing Inschrijver precies heeft doorgevoerd ontbreekt. Inschrijver benoemt enkel dat bepaalde aspecten (...) geüpgraded. Inschrijver bekijkt naar kritische punten vanuit het onderzoek. Echter ontbreekt een stukje koppeling met visie, strategie en de identiteit van de RDW.
De vertaalslag van het succes slagen van de vernieuwing van [...] wordt duidelijk echter ontbreekt hoe dat concreet is voor de Opdrachtgever. Inschrijver had hier ook een voorbeeld kunnen noemen. Inschrijver benoemt duidelijke voorbeelden. Creatief (verrassend, vernieuwend, origineel, kwaliteitssprong t.o.v. huidige magazines) is het niet, het zijn bestaande voorbeelden bij andere organisaties en die worden niet toegespitst op de RDW. De genoemde voorstellen lijken niet allemaal realistisch bijvoorbeeld het interview […] past niet in de organisatie van de Opdrachtgever, tenzij dit wellicht door Inschrijver beter was gemotiveerd.
3.11.
Voor gunningscriterium 3 heeft Kris Kras een “voldoende” gescoord. Met betrekking tot deze beoordeling vermeldt de gunningsbeslissing het volgende:

Het door Inschrijver gegeven antwoord is voldoende uitgewerkt en inhoudelijk (enigszins) relevant, maar biedt geen of weinig meerwaarde. De invulling voldoet aan het in de Offerteaanvraag gestelde met betrekking tot de desbetreffende vraag.
De Inschrijver benaderd het probleem erg goed. De genoemde doelgroep is nog erg breed. Inschrijver had deze meer mogen specificeren. Opdrachtgever mist daarin voornamelijk de koppeling met de jeugd. De genoemde [model] voor een geïntegreerde contentaanpak spreekt de Opdrachtgever erg aan. Echter mist de vertaalslag naar de Opdrachtgever.
Inschrijver benoemt long tail keywords en short tail keywords. Echter wat Inschrijver hier precies mee bedoeld is niet geheel duidelijk voor Opdrachtgever. Opdrachtgever had dit graag verder uitgewerkt willen zien. Opdrachtgever vindt het erg goed LEV wordt gedefinieerd door Inschrijver.
Inschrijver denkt erg groots maar daarin wordt niet geheel aan de situatie van de Opdrachtgever gedacht, welke aan een budget zit. Inschrijver had beter een contentplan kunnen maken met de bestaande kanalen en vanuit daar optionele kanalen kunnen benoemen en waarom deze extra kanalen voor Opdrachtgever van belang kunnen zijn.
3.12.
Nadien heeft de RDW Kris Kras nog een overzicht verstrekt van de door haar en door iO behaalde scores. Daaruit volgt dat iO voor gunningscriterium 1.2 een “uitstekend” en voor gunningscriterium 2 en 3 een “goed” heeft gescoord.

4.Het geschil

4.1.
Kris Kras vordert – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. de RDW te gebieden de gunningsbeslissing van 12 april 2023 in te trekken; en
primair:
2. voor zover de RDW tot gunning van de Opdracht overgaat, de Opdracht te gunnen aan Kris Kras;
en subsidiair:
3. de RDW te gebieden om over te gaan tot heraanbesteding van de Opdracht;
meer subsidiair:
in goede justitie een passende voorziening te treffen;
in alle gevallen op straffe van een dwangsom en met veroordeling van de RDW in de proceskosten.
4.2.
Kris Kras legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag.
Bij de beoordeling van de gunningscriteria 1.2, 2 en 3 heeft de RDW evidente beoordelingsfouten gemaakt, althans voldoet de onderbouwing van de motivering niet aan de eisen van de Aw 2012. Op die gunningscriteria voldoet de inschrijving van Kris Kras aan alle aspecten voor een hogere beoordeling en de vermelde negatieve aspecten gaan niet op. De RDW had op basis van een zorgvuldige en besteksconforme beoordeling niet tot deze scoretoekenningen kunnen komen. De RDW handelt in strijd met de aanbestedingsrechtelijke beginselen van gelijkheid en transparantie, in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en in strijd met de op haar rustende motiveringsplicht.
4.3.
De RDW voert verweer. De RDW concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Kris Kras, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Kris Kras, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Kris Kras in de kosten van deze procedure.
4.4.
iO vordert Kris Kras niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar vorderingen af te wijzen en om de RDW te veroordelen de gunningsbeslissing in stand te houden en vervolgens de Opdracht definitief aan iO te gunnen, indien en voor zover de RDW de Opdracht nog altijd wenst te verstrekken, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Kris Kras in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.5.
Verkort weergegeven stelt iO daartoe dat zij er belang bij heeft dat de Opdracht definitief aan haar wordt gegund en dat zij daarom belang heeft bij afwijzing van de vorderingen van Kris Kras, nu die definitieve gunning bij toewijzing ervan in gevaar kan komen.
4.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Tussen partijen is in de eerste plaats in geschil of de gunningsbeslissing van 12 april 2023 moet worden ingetrokken. Alleen als dat het geval is, komt de voorzieningenrechter toe aan de overige vorderingen van Kris Kras.
5.2.
De vordering van Kris Kras steunt op haar stelling dat de RDW evidente onzorgvuldige fouten heeft gemaakt bij de beoordeling van de kwalitatieve subgunningscriteria 1.2, 2 en 3. Bij de beoordeling van deze stelling is het volgende van belang. Volgens vaste jurisprudentie heeft de voorzieningenrechter bij de toetsing van kwalitatieve criteria slechts een beperkte beoordelingsvrijheid. De voorzieningenrechter moet in beginsel uitgaan van de deskundigheid van de aangewezen beoordelingscommissie. Aan deze beoordelingscommissie moet de nodige vrijheid worden gegund, mede omdat van de rechter niet kan worden verlangd dat deze een specifieke deskundigheid bezit op het gebied van het onderwerp van de Opdracht. Slechts wanneer sprake is van een onbegrijpelijke beoordeling, dan wel procedurele of inhoudelijke onjuistheden/onduidelijkheden, die meebrengen dat de gunningsbeslissing evident niet deugt, is plaats voor ingrijpen door de rechter. Dit kader is tussen partijen niet in geschil.
5.3.
Bij de verdere beoordeling merkt de voorzieningenrechter op dat Kris Kras alleen belang heeft bij aanpassing van de scores indien aannemelijk is dat zij daardoor de totaalscore van iO overtreft. Bij de gegeven beoordeling betekent dat dat zij op een van de gunningscriteria waar zij een “voldoende” heeft gescoord een “uitstekend” moet krijgen, dan wel dat zij op twee gunningscriteria hoger moet scoren. Indien aannemelijk is dat de inschrijving van Kris Kras ten onrechte te laag is beoordeeld, brengt het gelijkheidsbeginsel mee dat alle inschrijvingen opnieuw moeten worden beoordeeld.
5.4.
De in de Offerteaanvraag opgenomen beoordelingswijze voorziet in een beoordeling waarbij door een beoordelingscommissie per gunningscriterium een score wordt toegekend. De toegekende score ziet dus op het geheel van het betreffende deel van de inschrijving. Hoewel dit niet zo in de Offerteaanvraag staat, wordt dit door partijen aangeduid als een “integrale beoordeling”. De onderscheidende criteria tussen de voor dit kort geding relevante scores “voldoende”, “goed” en “uitstekend” liggen in de uitwerking van het antwoord, de inhoudelijke relevantie, de eventuele meerwaarde en in hoeverre de invulling voldoet aan de in de Offerteaanvraag gestelde vragen. Zo moet er voor een “goed” ten minste enige meerwaarde en voor een “uitstekend” veel meerwaarde zijn, terwijl die bij een “voldoende” beperkt of afwezig is. Meerwaarde heeft logischerwijs betrekking op iets dat niet concreet is uitgevraagd, aangezien voor de hoogste drie scores de invulling moet voldoen aan de in de Offerteaanvraag gestelde vraag.
5.5.
Gunningscriterium 1.2 (het in te zetten team en uitvoering van de opdracht) is door de RDW beoordeeld met een “goed”. Volgens Kris Kras had dit een “uitstekend” moeten zijn, omdat bepaalde bewoordingen van de beoordeling daarbij aansluiten en omdat de negatieve aspecten (zie 3.9) niet zouden opgaan. Hierbij heeft Kris Kras het oog op de samenwerking na het uitbrengen van de uitgaven en op wat zij heeft aangeboden met betrekking tot de pool […]. Volgens haar biedt zij juist meer overleggen aan (ook na het uitbrengen van uitgaven) dan in de branche gebruikelijk is en spreekt het voor zich dat zij haar eigen pool […] inzet, hetgeen volgens haar ook in de branche gebruikelijk is. Hiertegenover heeft de RDW gesteld dat hij na iedere uitgave wenst te evalueren en dus niet slechts twee keer per jaar en niet tijdens een reguliere redactievergadering. Verder heeft de RDW gesteld dat de aanbieding voor de pool […] haar onduidelijk was.
5.6.
Aangezien de beoordeling ziet op het geheel van het betreffende deel van de inschrijving, is niet van belang dat de Beoordelingscommissie met betrekking tot een deel van de inschrijving voor gunningscriterium 1.2 heeft geoordeeld dat deze meerwaarde biedt. Daaruit volgt immers nog niet dat de invulling van het gehele gunningscriterium door Kris Kras veel meerwaarde biedt, hetgeen noodzakelijk is voor een “uitstekend”. Hierbij is verder van belang dat de door de RDW gesignaleerde negatieve punten de voorzieningenrechter niet onbegrijpelijk of anderszins evident onjuist voorkomen. Uit niets blijkt dat de kennelijke wens van de RDW om structureel te overleggen na iedere uitgave onredelijk is en/of dat dit zonder meer ondervangen wordt door de door Kris Kras aangeboden overlegstructuur. Met betrekking tot de pool […] geldt dat Kris Kras tegenover het gemotiveerde verweer van de RDW niet met verwijzing naar de stukken duidelijk heeft gemaakt dat wat zij heeft aangeboden voor de pool […] wel duidelijk was en dat dit daarnaast ook meerwaarde had moeten opleveren. Mede gelet op de beide minpunten is niet aannemelijk dat de inschrijving van Kris Kras op dit gunningscriterium zodanig veel meerwaarde had, dat Kris Kras hierop in plaats van een “goed” evident een “uitstekend” had moeten scoren.
5.7.
Gunningscriterium 2 (Casus personeelsmagazine Katalysator) is door de RDW beoordeeld met een “voldoende”. Volgens Kris Kras had dit een “uitstekend”, dan wel een “goed” moeten zijn. Ook voor dit gunningscriterium heeft Kris Kras verwezen naar de positieve bewoordingen in de motivering van de gunningsbeslissing. Verder heeft Kris Kras zich op het standpunt gesteld dat de door de RDW gesignaleerde negatieve punten niet opgaan. Zij heeft hiertoe betoogd dat zij wel een koppeling heeft gemaakt naar de RDW en
dat haar voorbeelden wel realistisch zijn, onder meer omdat deze in lijn zijn met de uitgangspunten benoemd in het Onderzoek Communicatie RDW. Zij doelt hierbij onder meer op het door haar voorgestelde interview dat bedoeld was om de kloof tussen het hoger management en de medewerkers te dichten. Hiertegenover heeft de RDW onder verwijzing naar de gunningsbeslissing gesteld dat Kris Kras niet heeft toegelicht waarom de voorstellen zouden werken voor de RDW. Verder heeft de RDW herhaald dat zij de voorstellen niet verrassend of vernieuwend vindt, juist omdat Kris Kras deze kennelijk ook bij andere organisaties heeft ingezet. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Kris Kras niet aannemelijk gemaakt dat uit haar inschrijving wél is af te leiden waarom haar voorstellen vernieuwend zijn en/of (ook) passend bij de RDW. Het is dan ook niet aannemelijk dat de inschrijving van Kris Kras op dit gunningscriterium de voor de score “"goed” vereiste meerwaarde had, laat staan voor de score “uitstekend”. De positieve bewoordingen in de beoordeling maken dit niet anders omdat die, zoals hiervoor al is overwogen, ook passend zijn bij de score “voldoende” en de uiteindelijke score bepaald wordt door het totaalplaatje.
5.8.
Gunningscriterium 3 (Visie op contentstrategie) is door de RDW beoordeeld met een “voldoende”. Voor dit gunningscriterium diende de inschrijver een “contentplan” te maken voor de inzet van lichte elektronische voertuigen, waarbij Kris Kras heeft gefocust op de e-step. Volgens Kris Kras had zij hier een “uitstekend” of “een goed” moeten scoren. Ook voor dit gunningscriterium heeft Kris Kras verwezen naar de positieve bewoordingen in de motivering van de gunningsbeslissing. Verder heeft Kris Kras gesteld dat zij de zaken die de RDW in de inschrijving miste wel degelijk heeft benoemd. Kris Kras doelt hier op de breedte van de doelgroep, de vertaling van het model naar de RDW en de duidelijkheid van de benoemde
keywords. Verder heeft Kris Kras gesteld dat zij niet op de hoogte kon zijn van het budget van de RDW en dat haar voorstel bovendien niet duur is. Hiertegenover heeft de RDW verwezen naar de beoordeling en onder meer gesteld dat zij verwacht had dat Kris Kras zich, gelet op de belangstelling voor de e-step, meer zou toespitsen op de “jeugd” en niet op de gehele doelgroep van 18 tot 60 jaar. Kris Kras heeft niet weersproken dat de e-step onder het jongere deel van de doelgroep(en) van de RDW meer leeft dan onder het oudere deel. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het dan ook niet onbegrijpelijk dat de beoordelingscommissie een lagere score heeft toegekend omdat in het contentplan geen specifieke aandacht is besteed aan het jongere deel van de doelgroep. Dat betekent niet dat het contentplan onvoldoende is, maar wel dat er geen of een geringe meerwaarde is. Daarmee strookt de score “voldoende”. Dat de term “jeugd” niet is terug te vinden in de aanbestedingstukken, maakt het oordeel niet anders.
5.9.
Kris Kras kan zich ook niet vinden in het oordeel dat haar inschrijving de vertaalslag naar de RDW mist. De RDW heeft vervolgens toegelicht dat de inschrijving geen werkwijze bevat die specifiek voor de RDW is opgesteld en dat het contentplan ook door andere organisaties zou kunnen worden gebruikt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de beoordeling op dit punt niet evident onjuist. De inschrijving van Kris Kras bevat immers veel algemeen geformuleerde zinnen die niet noodzakelijkerwijs zien op de RDW. Zo bevat productie 19 van Kris Kras op dit punt een verwijzing naar een paragraaf van haar inschrijving waar de naam de RDW niet eens in voorkomt.
5.10.
In de dagvaarding heeft Kris Kras verder nog gesteld dat het gebruik van de
long tail en short tail keywordsduidelijk geweest moet zijn en zij heeft in dat verband verwezen naar paragraaf 6 van haar inschrijving, waar een voorbeeld van het gebruik zou zijn gegeven. De RDW heeft hiertegenover gesteld dat het hem niet duidelijk was hoe Kris Kras de
keywordsten behoeve van de RDW zou inzetten en dat de termen niet terugkomen in het door haar aangehaalde voorbeeld. Kris Kras heeft vervolgens geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht waaruit volgt dat het gebruik van de
keywordsde RDW wel duidelijk moet zijn geweest. Dat het in de visie van Kris Kras duidelijk was, betekent niet noodzakelijkerwijs dat het ook voor de beoordelingscommissie duidelijk moet zijn geweest.
5.11.
Het oordeel over het (beperkte) budget van de RDW is in wezen een commentaar van de RDW over de door Kris Kras gebruikte extra kanalen. Kris Kras heeft weliswaar gesteld dat het maar één extra kanaal is en dat de kosten daarvoor beperkt zijn, maar dat neemt niet weg dat zij in strijd met Vraag 104 van de Nota van Inlichtingen niet heeft toegelicht waarom dat extra kanaal toegevoegde waarde heeft. Ook hier geldt dat wat in de visie van Kris Kras duidelijk is, dat niet zonder meer voor de beoordelingscommissie hoeft te zijn.
5.12.
Al met al acht de voorzieningenrechter een beoordeling met de score “voldoende” voor dit gunningscriterium niet onbegrijpelijk.
5.13.
In de dagvaarding heeft Kris Kras nog gesteld dat de RDW in strijd met artikel 130 Aw 2012 heeft nagelaten om bij de beoordeling de kenmerken en de relevante voordelen van de winnende inschrijving te geven. Ter zitting heeft Kris Kras verklaard dat zij dit bezwaar niet handhaaft, zodat dit geen verdere bespreking behoeft.
5.14.
Ter zitting heeft Kris Kras ook nog gesteld dat de RDW de motivering van de gunningsbeslissing in strijd met het arrest KPN/Tele 2 [1] nader heeft aangevuld en dat zij daarbij voorbijgaat aan de eigen uitvraag. Kris Kras heeft deze stelling echter op geen enkele wijze onderbouwd, zodat zij op dit punt niet heeft voldaan aan haar stelplicht.
5.15.
De slotsom is dat Kris Kras niet aannemelijk heeft gemaakt dat de beoordeling onbegrijpelijk is en/of dat sprake is van procedurele of inhoudelijke onjuistheden of onduidelijkheden waardoor de gunningsbeslissing niet in stand zou kunnen blijven. Er is dus geen reden voor intrekking van de gunningsbeslissing.
5.16.
De slotsom is dat de vorderingen van Kris Kras worden afgewezen. Nu de RDW voornemens is de Opdracht definitief te gunnen aan iO, brengt de afwijzing van de vorderingen van Kris Kras mee dat iO geen belang (meer) heeft bij toewijzing van haar vorderingen, zodat deze worden afgewezen. iO wordt veroordeeld in de kosten van de RDW. Deze kosten worden begroot op nihil, aangezien niet is gebleken dat de RDW als gevolg van deze vorderingen extra kosten heeft moeten maken.
5.17.
Ondanks de afwijzing van de vordering van iO, dient Kris Kras in haar verhouding tot iO te worden aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij. Het doel van iO was immers om te voorkomen dat de gunningsbeslissing zou worden ingetrokken, welk doel is bereikt. Kris Kras wordt dus als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van de RDW en iO voor ieder van hen als volgt vastgesteld:
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
1.079,00
- overige kosten
0,00
Totaal
1.755,00
5.18.
Onder de proceskosten vallen ook de nakosten. De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2023: € 173,-). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2023: € 90,-) en de explootkosten van betekening toegekend. Zoals gevorderd door iO worden de proceskosten voor haar vermeerderd met de wettelijke rente, zoals in de beslissing vermeld.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter:
6.1.
wijst de vorderingen van Kris Kras en iO af;
6.2.
veroordeelt iO voor wat betreft de door haar ingestelde vorderingen in de proceskosten, aan de zijde van de RDW tot op dit vonnis begroot op nihil;
6.3.
veroordeelt Kris Kras in de overige proceskosten, aan de zijde van de RDW en iO voor ieder van hen tot dit vonnis vastgesteld op € 1.755,00, te vermeerderen met de nakosten zoals vermeld in 5.18, en uitsluitend voor iO te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling;
6.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mw. mr. S.J. Hoekstra-van Vliet en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2023.
WJ

Voetnoten

1.Hoge Raad, 7 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9231.