ECLI:NL:RBDHA:2023:12776
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van een vreemdeling en de rechtmatigheid van de maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S. Akkas, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij aan haar de maatregel van bewaring is opgelegd op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres betwistte de rechtmatigheid van de maatregel, met name omdat zij niet op de hoogte was gesteld van de redenen voor haar bewaring en de procedures om het besluit aan te vechten. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet adequaat was geïnformeerd, maar oordeelde dat deze schending niet leidde tot de onrechtmatigheid van het besluit. De rechtbank overwoog dat eiseres gebruik had gemaakt van haar recht op rechtsbijstand en dat de belangen van de bewaring zwaarder wogen dan het gebrek in informatie. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was, gezien het risico dat eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. Wel werd de Staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1.674,00.