ECLI:NL:RBDHA:2023:12752
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met overdracht aan Slovenië
In de zaak tussen de verzoeker, geboren op [geboortedatum] en van Algerijnse nationaliteit, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 augustus 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had een voorlopige voorziening aangevraagd tegen een besluit van 5 juni 2023, waarin hem werd meegedeeld dat hij zou worden overgedragen aan de autoriteiten van Slovenië op basis van de Dublinverordening. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 24 augustus 2023, maar de verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. Wel was de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.16472) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, in aanwezigheid van griffier I. Wolthuis, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.