ECLI:NL:RBDHA:2023:12729

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.14503
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugkeerbesluit voor vreemdeling zonder verblijfsrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit dat is opgelegd aan een vreemdeling, eiser, die van Nigeriaanse nationaliteit is. Eiser is op 8 februari 2023 in Nederland geboren, terwijl zijn ouders een asielprocedure doorlopen. Op 20 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan eiser een terugkeerbesluit opgelegd, omdat hij geen verblijfsrecht in Nederland heeft en er geen aanvraag voor een verblijfsvergunning is ingediend. De asielaanvragen van zijn ouders zijn op dezelfde datum afgewezen.

De rechtbank heeft het beroep van eiser op 7 juli 2023 behandeld, waarbij de ouders van eiser, de gemachtigde van eiser, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. De rechtbank overweegt dat, gezien de Vreemdelingenwet 2000, een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf een terugkeerbesluit moet krijgen. Aangezien eiser geen asielaanvraag heeft ingediend en zijn ouders ook geen rechtmatig verblijf meer hebben, is het besluit van de staatssecretaris om eiser terug te sturen naar Nigeria terecht.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.14503

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A.S. Sewman),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. H.R. Nobel).

Procesverloop

Bij besluit van 20 april 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris aan eiser een terugkeerbesluit opgelegd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 7 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de ouders van eiser, de gemachtigde van eiser, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Overwegingen

1. Eiser is van Nigeriaanse nationaliteit en is – tijdens de asielprocedure van zijn ouders – op 8 februari 2023 in Nederland geboren.
2. De staatssecretaris heeft aan eiser een terugkeerbesluit opgelegd, omdat eiser geen verblijfsrecht in Nederland heeft, hij ook geen aanvraag voor een verblijfsvergunning heeft lopen en de asielaanvragen van zijn ouders bij afzonderlijke besluiten van eveneens 20 april 2023 zijn afgewezen. Omdat eiser niet (langer) rechtmatig in Nederland verblijft, moet hij terugkeren naar Nigeria. Eiser is een termijn van vier weken gegeven om Nederland, het grondgebied van de EU, EER en Zwitserland te verlaten.
3. Uit artikel 61 in samenhang bezien met artikel 62a van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) volgt dat indien een vreemdeling geen rechtmatig verblijf heeft aan hem een terugkeerbesluit dient te worden opgelegd.
4. Niet in geschil is dat voor eiser geen asielaanvraag is ingediend en dat eiser ten tijde van het bestreden besluit geen rechtmatig verblijf in Nederland had. Nu de asielaanvragen van zijn ouders bij afzonderlijke besluiten van 20 april 2023 zijn afgewezen, en zij net als eiser geen rechtmatig verblijf (meer) in Nederland hebben, heeft de staatssecretaris terecht een terugkeerbesluit aan eiser opgelegd.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, rechter, in aanwezigheid van
A.P. Kuiters, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.