Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[minderjarige 2],V-nummer: [V-nummer],
[minderjarige 3], V-nummer: [V-nummer], samen; verzoekers
Rechtbank Den Haag
Op 14 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL23.17663 en NL23.17665. De verzoekers, een gezin dat asiel heeft aangevraagd, hebben een voorlopige voorziening gevraagd na de afwijzing van hun herhaalde aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, dat op 13 juni 2023 werd genomen, werd door de verzoekers bestreden, waarna zij de voorzieningenrechter vroegen om een voorlopige voorziening te treffen.
Tijdens de zitting op 3 augustus 2023 waren de verzoekers aanwezig, bijgestaan door hun gemachtigde, mr. L.J. Meijering, en een tolk, de heer A. Hairan. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J. van Raak. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorzieningen behandeld, maar heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de rechtbank op dezelfde dag ook uitspraak heeft gedaan op het beroep van de verzoekers, met de kenmerk NL23.17662 en NL23.17664. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter de verzoeken afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 14 augustus 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.