Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,-.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2023, heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. I.M. Zuidhoek, een verzoek om voorlopige voorziening ingediend na de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, genomen op 21 juni 2023, verklaarde de aanvraag kennelijk ongegrond. Tijdens de zitting op 2 augustus 2023, waar ook de gemachtigde van de staatssecretaris, mr. M.K. Ruijzendaal, aanwezig was, is het verzoek behandeld. Verzoeker nam deel via een telehoorverbinding.
De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een aanverwante zaak (NL23.18798), waarbij het beroep van verzoeker gegrond werd verklaard. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Desondanks heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 837,-. Deze kosten zijn ontstaan door het indienen van een verzoekschrift door de gemachtigde van verzoeker. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 augustus 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.