ECLI:NL:RBDHA:2023:12707

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.18648
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Ghanese eiser wegens kennelijk ongegrondverklaring en veilig land van herkomst

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Ghanese nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser diende op 28 juli 2022 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 20 juni 2023 werd afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 10 augustus 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat Ghana in het algemeen kan worden aangemerkt als een veilig land van herkomst, met uitzondering van bepaalde groepen zoals LHBTI-personen en journalisten. Eiser, die behoort tot een minderheidsstam en stelt te worden gediscrimineerd, heeft niet voldoende bewijs geleverd dat zijn persoonlijke situatie afwijkt van de algemene situatie in Ghana. De staatssecretaris heeft de elementen van eisers asielrelaas, zoals discriminatie en corruptie, niet geloofwaardig geacht. De rechtbank oordeelt dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij persoonlijk niet kan terugkeren naar Ghana.

De rechtbank wijst het beroep van eiser af en bevestigt de beslissing van de staatssecretaris. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. S.A. van Hoof en is openbaar gemaakt. Eiser kan in hoger beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.18648

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 augustus 2023 in de zaak tussen

[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. E. Stap),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. K. Jansen).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft de Ghanese nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1991. Hij heeft op 28 juli 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 20 juni 2023 deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 10 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de kennelijk ongegrondverklaring van de asielaanvraag van eiser. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser legt aan zijn asielaanvraag – kort samengevat – het volgende ten grondslag. Eiser is in Ghana afgestudeerd als arts-assistent, maar ervaarde discriminatie van de artsen vanwege de hiërarchie die heerst. Daarnaast behoort eiser tot de minderheidsstam [naam] die vervloekt is. Eiser wordt om die reden gediscrimineerd in Ghana. Dit maakt het voor eiser moeilijk om een baan (op niveau) te vinden en in zijn primaire levensbehoeften te voorzien. Bovendien is er binnen de Ghanese autoriteiten sprake van corruptie. Eiser kan daarom niet de bescherming van de Ghanese autoriteiten inroepen.

Het bestreden besluit

5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
- Identiteit, nationaliteit en herkomst.
- Discriminatie vanwege het behoren tot de stam [naam] .
De staatssecretaris acht het element “identiteit, nationaliteit en herkomst” geloofwaardig, maar het element “discriminatie vanwege het behoren tot de stam [naam] ” niet. Bovendien beschouwt de staatssecretaris Ghana als een veilig land van herkomst. In zoverre eiser aanvoert dat vanwege corruptie binnen de Ghanese autoriteiten Ghana voor eiser niet als een veilig land van herkomst kan worden beschouwd, volgt de staatssecretaris eiser niet. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat Ghana ten aanzien van hem zijn verdragsverplichtingen niet nakomt en dat hij, als zich problemen voordoen, de bescherming van de Ghanese autoriteiten niet kan inroepen. De staatssecretaris ziet verder in de door eiser aangevoerde bijzondere individuele omstandigheden geen aanleiding om een verblijfsvergunning op reguliere gronden te verlenen.
Is Ghana voor eiser een veilig land van herkomst?
6. De rechtbank stelt vast, na verduidelijking van eiser op zitting, dat niet in geschil is dat Ghana in zijn algemeenheid, met uitzondering van LHBTI, journalisten en andere personen die te maken krijgen met discriminatie, kan worden aangemerkt als een veilig land van herkomst. [1] Dit betekent dat in zijn algemeenheid kan worden aangenomen dat vreemdelingen afkomstig uit Ghana daar niet te vrezen hebben voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag of een reëel risico lopen op schending van artikel 3 van het EVRM. De uitzondering voor een bepaalde groep, ook al is Ghana aangewezen als veilig land van herkomst, geeft er bovendien blijk van dat niet alleen hetgeen algemeen bekend is over de situatie in het land, maar ook de persoonlijke omstandigheden en achtergrond van een vreemdeling worden betrokken bij de beoordeling van de te volgen behandelingsprocedure van een asielaanvraag. Op die manier is eiser verzekerd van een op zijn persoon toegespitst onderzoek. Daarbij geldt dat het in de eerste plaats aan eiser is om met concrete aanwijzingen aannemelijk te maken dat Ghana voor hem persoonlijk niet als veilig land van herkomst kan worden beschouwd.
6.1.
Eiser stelt dat Ghana ten aanzien van hem zijn verdragsverplichtingen niet nakomt en daarom voor hem persoonlijk geen veilig land van herkomst is. Volgens eiser heeft de staatssecretaris ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat hij wordt gediscrimineerd omdat hij behoort tot de minderheidsstam [naam] . Eiser voert aan dat, als lid van deze minderheidsstam, het vinden van (beter) betaald werk nagenoeg uitgesloten is. De weinig voorhanden banen worden toebedeeld aan leden van een hogere stam. De minderheidsstam waartoe eiser behoort is bovendien vervloekt door een hogere stam. Daarom kunnen leden van eisers stam worden gediscrimineerd en seksueel worden misbruikt zonder dat de daders hiervan door de Ghanese autoriteiten worden vervolgd. Eiser kan daarnaast als lid van de minderheidsstam in Ghana niet de studie volgen tot volwaardig arts. Eiser is daarom naar Oekraïne verhuisd om alsnog zijn diploma te behalen. Vanwege de oorlog in Oekraïne heeft eiser zijn studie online moeten vervolgen en afronden. De Ghanese autoriteiten hebben echter laten weten dat online behaalde diploma’s niet geldig zijn in Ghana. Eiser zal dus in de toekomst geen werk als volwaardig arts kunnen vinden en niet kunnen voorzien in zijn primaire levensbehoeften. De omstandigheden in Ghana zijn dusdanig slecht dat eiser geen zicht heeft op een menswaardig bestaan. Bovendien is er sprake van corruptie binnen de Ghanese autoriteiten. Eiser moet overal geld betalen om dingen geregeld te krijgen. Dit geld heeft hij niet. Eiser kan daarom geen hulp of bescherming inroepen van de Ghanese autoriteiten.
6.2.
Voor de vraag of eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Ghana voor hem persoonlijk niet kan worden aangemerkt als veilig land van herkomst, is onder andere van belang of de staatssecretaris al dan niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht dat eiser gediscrimineerd wordt vanwege het behoren tot de [naam] stam. Uit het onder 6 geschetste toetsingskader volgt namelijk dat er verhoogde aandacht is voor personen die te maken krijgen met discriminatie. De rechtbank zal daarom eerst ingaan op de geloofwaardigheid van dat relevante element.
6.3.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat eiser gediscrimineerd wordt vanwege het behoren tot de [naam] stam. Daarbij heeft de staatssecretaris terecht betrokken dat eiser in Ghana kon studeren, stage kon lopen en kon werken in het ziekenhuis. De enkele verklaring van eiser dat hij werd afgewezen voor trainingen en workshops in verband met zijn stam-afkomst, acht de staatssecretaris niet ten onrechte onvoldoende. Zoals de staatssecretaris terecht stelt verklaart eiser immers dat bij navraag bleek dat hij werd afgewezen vanwege zijn kwalificaties en niet vanwege zijn afkomst. Eiser heeft zijn stelling dat een collega met dezelfde kwalificaties wél werd aangenomen en dat het dus wel aan zijn afkomst moet liggen niet nader onderbouwd. De staatssecretaris acht deze stelling dan ook niet ten onrechte onvoldoende. De staatssecretaris heeft verder bij zijn beoordeling kunnen betrekken dat eisers vader – die van dezelfde stam afkomstig uit – een hoge positie binnen het gezondheidssysteem bekleedde. Ook eisers zus heeft, weliswaar met moeite, een baan weten te krijgen. De staatssecretaris stelt zich niet ten onrechte op het standpunt dat dit afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van eisers verklaringen dat mensen van zijn stam worden gediscrimineerd, bijvoorbeeld op het gebied van werkgelegenheid. Ten aanzien van eisers verklaring dat zijn stam vervloekt is, zodat leden van zijn stam gediscrimineerd en seksueel misbruikt kunnen worden zonder dat daar gevolgen tegenover staan, stelt de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt dat niet wordt ingezien waarom eiser deze verklaring niet eerder naar voren heeft gebracht, en dat verder geen enkel bewijs is overgelegd, zoals onafhankelijke landeninformatie, documenten of verklaringen waar dit uit blijkt. Deze beroepsgrond slaagt niet.
6.4.
Het voorgaande betekent dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij behoort tot een groep waarvoor verhoogde aandacht geldt in de aanwijzing van Ghana als veilig land van herkomst. Het is dus aan eiser om aannemelijk te maken dat Ghana ten aanzien van hem niet kan worden aangemerkt als veilig land van herkomst, vanwege persoonlijke problemen. Daarin is eiser naar het oordeel van de rechtbank niet geslaagd. De staatssecretaris heeft daarbij terecht betrokken dat eiser verklaart dat het moeilijk is om een baan te vinden in Ghana, omdat er geen nieuwe banen worden gecreëerd, het aantal banen vaststaat en alle posities zijn gevuld. Dat duidt er niet op dat de problemen die eiser ondervindt het gevolg zijn van persoonlijke omstandigheden, maar juist van omstandigheden die voor iedereen gelden. Eiser had ook documenten in zijn land van herkomst, namelijk een paspoort, een studentenkaart en een stemmerspas. Hij is Ghana verder legaal uitgereisd. Dat eisers Oekraïense studie niet wordt erkend in Ghana, omdat hij een deel van deze studie online heeft gevolgd heeft de staatssecretaris terecht niet gerelateerd aan eventuele persoonlijke problemen als gevolg van discriminatie. Zoals eiser zelf ook verklaart, is het probleem met de erkenning van zijn studie namelijk dat een deel van de studie online is gevolgd en daardoor niet meer voldoet aan de professionele standaarden. De staatssecretaris leidt uit het voorgaande terecht af dat er geen omstandigheden zijn die erop wijzen dat eiser niet op een normale wijze deel kon nemen aan de samenleving of dat dit erop duidt dat de levensomstandigheden voor eiser dusdanig slecht zijn dat er geen zicht is op een menswaardig bestaan. De staatssecretaris stelt zich daarbij terecht op het standpunt dat Ghana is aangemerkt als een veilig land van herkomst en dat eiser zich bij voorkomende problemen kan wenden tot de daartoe bevoegde autoriteiten. In zoverre eiser aanvoert dat dit vanwege corruptie binnen de Ghanese autoriteiten niet mogelijk is, heeft de staatssecretaris niet ten onrechte de enkele verklaring dat eisers zus en andere artsen niet zonder steekpenningen aan een baan konden komen onvoldoende geacht. Eiser heeft verder geen documenten overgelegd waaruit blijkt dat in Ghana sprake is van corruptie of dat hij persoonlijk met corruptie te maken heeft gehad. Eiser heeft dit onvoldoende bestreden door alleen te stellen dat hij geen bescherming heeft gevraagd, omdat dit bij voorbaat kansloos zou zijn. Niet is dus gebleken dat de (hogere) autoriteiten eiser niet kunnen of willen beschermen. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Had de staatssecretaris eiser een verblijfsvergunning op humanitaire gronden moeten verlenen?
7. Eiser stelt dat als hij niet in aanmerking komt voor een asielvergunning, hij in aanmerking dient te komen voor een verblijfsvergunning op humanitaire gronden. Er zijn namelijk bijzondere en individuele omstandigheden die hier toe nopen. Eiser ervaart in Nederland geen discriminatie, kan in Nederland wel klagen zonder steekpenningen te betalen en heeft vrijheid van meningsuiting.
7.1.
De rechtbank stelt vast dat eiser deze beroepsgrond op zitting heeft laten vallen. De rechtbank bespreekt deze beroepsgrond daarom niet.

Conclusie en gevolgen

8. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A. van Hoof, rechter, in aanwezigheid van mr. V. Bouman, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Kamerstukken II 2020/21, 19 637, nr. 2755.