ECLI:NL:RBDHA:2023:12660

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 augustus 2023
Publicatiedatum
24 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.18011
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, van Nigeriaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 15 juni 2023 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 augustus 2023 behandeld, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. C.T.W. van Dijk, en de Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. M. Ruijzendaal.

Tijdens de zitting is vastgesteld dat er een andere zaak, NL23.18010, aanhangig was, waarin de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan. Gezien de uitkomst van deze bodemzaak was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Echter, de voorzieningenrechter heeft de Staatssecretaris wel veroordeeld tot betaling van de proceskosten die verzoekster heeft gemaakt, vastgesteld op € 837,-. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de verleende rechtsbijstand. De Staatssecretaris moet deze kosten betalen aan de rechtsbijstandverlener, aangezien verzoekster een toevoeging heeft ontvangen.

De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 augustus 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.18011
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. C.T.W. van Dijk), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M. Ruijzendaal).

Procesverloop

Bij besluit van 15 juni 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.18010, op 2 augustus 2023 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Umar. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekster stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1997] .
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.18010, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter de staatssecretaris wel in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een
derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 837,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1). Omdat aan verzoekster een toevoeging is verleend, moet de staatssecretaris de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van
€ 837,-, te betalen aan de gemachtigde van verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. Spelt, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
11 augustus 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.