ECLI:NL:RBDHA:2023:12631
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Luxemburg
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd gesteld dat Luxemburg verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielaanvraag. Dit besluit, dat op 18 juli 2023 was genomen, leidde tot de aanvraag van de verzoeker om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL23.20775, waarin op het beroep van de verzoeker was beslist. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
Daarnaast is in de beslissing opgenomen dat de verweerder geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. W. van Loon als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.