ECLI:NL:RBDHA:2023:12623
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- J.J. Catsburg
- M.A.W.M. Engels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot verantwoordelijkheid van Frankrijk
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 31 juli 2023 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL23.17992 en NL23.18084. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. S. Oukil, hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. R.P.G. van Bel, heeft de aanvragen van de verzoekers op 20 juni 2023 afgewezen, met als reden dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen.
De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 18 juli 2023 de zaak behandeld, waarbij de verzoekers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, R. Baysal-Deniz. De verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is duidelijk geworden dat er al een uitspraak was gedaan in de aan deze zaken gerelateerde beroepen (NL23.17991 en NL23.18083), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was.
De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 juli 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.