In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 14 juni 2023 niet in behandeling genomen, omdat hij Portugal verantwoordelijk achtte voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en oordeelt dat eiser als minderjarige moet worden aangemerkt. Dit betekent dat de staatssecretaris een nieuw besluit moet nemen. De rechtbank wijst erop dat de Europese Unie gezamenlijke regelgeving heeft over het in behandeling nemen van asielaanvragen, vastgelegd in de Dublinverordening. De staatssecretaris mag een asielaanvraag niet in behandeling nemen als een andere lidstaat verantwoordelijk is, maar in dit geval is er twijfel over de juistheid van de gegevens die door Griekenland zijn verstrekt over de leeftijd van eiser.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris ten onrechte de aanvraag niet in behandeling heeft genomen, omdat de motivering van het besluit in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel. De rechtbank bepaalt dat de staatssecretaris binnen vier weken na de uitspraak een nieuw besluit moet nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Eiser krijgt ook een vergoeding van zijn proceskosten, die door de staatssecretaris moet worden betaald.