ECLI:NL:RBDHA:2023:12609
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van asielaanvragen. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. B.A. Palm, hadden een verzoek ingediend om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Dit verzoek was eerder door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting vond plaats op 25 juli 2023, waarbij verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde en een tolk. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak ook verwezen naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak (NL23.17035), waarin de rechtbank al had geoordeeld over de beroepen van de verzoekers. Aangezien er in die zaak al een uitspraak was gedaan, was er volgens de voorzieningenrechter geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier mr. L. Ruizendaal - van der Veen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 augustus 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.